Een prachtige beklimming in de Franse Alpen. Een klassieker waar vele malen de Tour de France is bovengekomen. Maar bovenal een kuitenbijter eerste klas, die naar de top toe steeds steiler en venijniger wordt. Het is bijna 15 kilometer lang klimmen. Dat doe je dan wel in een decor waar je u tegen zegt. Deze knaller in de regio Savoie Mont Blanc is er eentje die je gereden moet hebben. Toch? Wij gingen omhoog, naar beneden en genoten als nooit te voren.

Tekst en foto’s: Sander Kolsloot

Samoëns als basecamp

Onze fietsvakantie in Frankrijk, een korte vierdaagse trip, begint elke dag in het Franse dorpje Samoëns. Aan de voet van de Joux Plane én aan de voet van het Plateau des Saix. Een prachtige uitvalsbasis voor het verkennen van deze bekende regio, die vele etappes van de Tour de France heeft mogen ontvangen. Het barst hier van de bekende cols, beklimmingen en schitterende uitzichten. Als je gaat fietsen in Frankrijk, dan is Samoëns een goede plek om te starten.

Om het doel van de dag, de Colombiere te bereiken, moeten we nog wel even een klein stukje klimmen. We moeten namelijk de heuvel over richting Cluses. Daar ligt de start van de klim naar de Col de la Colombière. Overigens kun je hier ook de Col de Romme gaan beklimmen. Dat is wel echt een uitdaging van jewelste, dus die bewaren we voor later.

Rustig beginnen

De weg naar de voet is even een stukje fietsen, maar dat begint best rustig. We rijden over de D4 via Cellieres richting Chatillon sur Cluses. Als de D4 overgaat in de D902 is het wel even doorbijten. Het is een soort snelweg omhoog en het verkeer raast hier wel langs. Er is echter geen logische andere optie. Die paar kilometer nemen we voor lief. Het klimmetje naar Chatillon is een mooie opwarmer.

Col de la Colombière

Na de afdaling komen we in Cluses de bordjes met ‘start van de col’ tegen. Het is even manoeuvreren door het stadje, maar dan doemt de weg omhoog op. Het is in eerste instantie een rustige loper, maar nadat je Scionzier achter je hebt gelaten kom je niet meer onder de vijf procent. Bij de rotonde, op de weg naar Blanzy wordt het echt steil. Acht procent is de komende vier kilometer de norm. Je fietst omhoog tussen de bomen, met af en toe een prachtig uitzicht op de hoge alpentoppen om je heen.

Even rust

Met nog tien kilometer te gaan vlakt de klim even af. Je komt dan richting Le Reposoir en het is een soort plateau dat maar aan een paar procenten omhoog gaat. Heerlijk om even bij te komen en weer even moed te verzamelen voor het laatste deel. Hier zou je eventueel ook een koffie en plasstop kunnen maken. Er zit een restaurantje/cafeetje in het dorp. Het uitzicht is daar niet onaardig, al zeg ik het zelf.

Op naar de top

Bij Le Reposoir, waar ook de top van de Col de Romme uitkomt, begint de klim weer. Een mooie sectie haarspeldbochten leidt je langzaam naar een open vlakte, waar je de top van de Col de la Colombière kunt zien liggen. Dat is ook het verraderlijke aan deze klim. Je ziet de top heel erg lang liggen. Maar omdat deze laatste twee a drie kilometer steeds steiler worden, lijkt die top maar niet dichterbij te komen. Het percentage komt die laatste kilometers niet meer onder de tien procent. Het maakt deze klim een venijnige uitdaging. Wel eentje die het zoet na het zuur brengt. Dat zeker!

Afdalen naar Le Grand Bornand

De afdaling kun je vanaf de top heel mooi zien liggen. Het is een afdaling waar je je vingers bij af kunt likken. Als je van afdalen houdt, zorg dan dat je niet klem zit achter een auto (zoals ik). De prachtige slingerende weg vraagt gewoon om aangevallen te worden. Het moet gezegd: deze afdaling is relatief kort en ik baal als we al weer in Le Grand Bornand zijn.

Shed Café: een aanrader

Als je na de klim en de afdaling in Le Grand Bornand even op adem wilt komen, hebben we maar één dikke tip. Shed Café. Op aanraden van onze vrienden van Unpaved in Eys werden we hier naartoe gedirigeerd. Dat was geen straf. Goede koffie, heerlijke baksels, ook voor de vegan fietsers onder ons. Veel dingen zijn huisgemaakt en het terrasje aan de achterkant biedt genoeg mogelijkheden om weer volle zin in de rest te krijgen. Enige nadeel is het gebrek aan fietsparking. Daarom wel een aanrader, maar het label Cycling Destination Approved, daar moeten ze nog wat harder voor werken.

Weg terug

Je kunt ervoor kiezen om de klim in omgekeerde richting weer op te rijden. Leuk, maar wij kiezen voor de route door het dal over de D12. Lekker gassen door het dal, af en toe afdalen, maar vooral genieten. Het is een heerlijke afwisseling van het continue klimmen op de Colombière. Voordat we weer in Samoëns zijn, moeten we nog terug over het ‘colletje’ waar we ook over heen waren gekomen. Dit keer voelt ie zwaarder aan dan de keer daarvoor. Het is nu ook wel midden op de dag en de zon doet zijn werk. Maar ach. Met op de achtergrond de mooie bergen, draaien we vrolijk rond. Dit is genieten.

Route

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *