De laatste tijd krijgen wij steeds meer vragen over het maken van goede foto’s op fietsvakantie. Wij maken uiteraard wel eens een foto hier en daar, maar nog steeds is er veel te leren. Toch hebben we in het kort 5 dingen opgeschreven die jou kunnen helpen om een mooie, instagram waardige foto te maken. Zo eentje waarvan iedereen zegt: wow, hoe heb je dat gedaan dan? Dus hier onze 5 tips om een goede fietsvakantiefoto te maken!
1. Vroeg op, laat naar bed
Je hebt vast wel eens gehoord van de term ‘golden hour’. In het kort: dit zijn de randjes van de dag, waarbij de zon opkomt en de zon ondergaat. In het eerste of het laatste uur (het golden hour) is het licht minder fel, veel warmer en kun je die plaatjes schieten die je altijd in magazines tegenkomt. Zeker op een heldere zomerdag is dit een dikke tip, want anders krijg je foto’s met heel fel licht. Op zich gaaf, maar net minder mooi.
Sowieso ook een tip: je hebt mooiere plaatjes als er af en toe een wolkje voorbij komt. Staat ook leuker op de foto’s dan enkel een strak blauwe lucht. De bekende fotograaf Alain Rumpf gaf dat nog mee als tip.
2. Diepte creëren in jouw foto’s
Vaak zien wij foto’s voorbij komen waarbij je vooral de persoon in kwestie in beeld ziet of bijvoorbeeld foto’s van een strand met zee. Je hebt geen idee hoever het van a naar b is, je mist diepte in de foto. De meest simpele tip is: plaats iets vooraan in de foto, waardoor je diepte creëert. Dat kan zijn dat je net een stukje struik meepakt of dat je een paaltje/bordje in beeld plaats, waardoor je het gevoel van diepte laat zien. Zie onder twee voorbeelden van Alessandro Salvaggio.
3. Perspectief
Perspectief is heel belangrijk. Uiteraard kun je alle foto’s die neemt ‘gewoon staand’ doen. Maar bijvoorbeeld door je knieën gaan of een plekje opzoeken net boven de weg zorgt voor een veranderd perspectief en kan van een mooie foto een waanzinnige foto maken. Zeker in de bergen kan het helpen om eens wat hoger te gaan staan. Dan kun je ook de achtergrond veel beter in beeld brengen. Laat dat nu vaak het meest gave zijn wat je wilt zien. Kijk eens naar deze onderstaande voorbeelden. Door net ergens anders te gaan staan (of vliegen 😉 krijg je een veel mooier beeld, dan als je gewoon op hetzelfde niveau was gebleven.
Hier komt ook apparatuur om de hoek kijken. Deze foto’s schiet je niet zo snel met een telefoontje. Je hebt een goede camera nodig: vaak met zoomlens, goede groothoek of eentje die een hoge iso waarde aankan, zonder korrelig te worden.
4. Plaats jouw subject buiten het midden
De klassiek ‘fout’ van een vakantiefoto is om het onderwerp recht in het midden te plaatsen. Om een foto een beetje ‘spannender’ te maken kun je het onderwerp het beste op 1/3 van de foto plaatsen. Die hulplijntjes op jouw telefoon of op je camera zijn er niet voor niets.
5. Nabewerking
Het verschil tussen een leuke en een mooie foto is nabewerking. Er zijn tegenwoordig zoveel mogelijkheden om een foto na te bewerken. Laten we wel zijn: dat hoeft geen extreme heftige actie te zijn. Je kunt werken met filters op Instagram, maar het is leuker om zelf een beetje te spelen. Je kunt de ‘auto improve’ van photoshop, lightroom of ook de foto’s app van Apple gebruiken. Dat scheelt echt al een hele hoop. Daarna is het op zoek naar de juiste presets. Wat vaak helpt is een beetje sleutelen aan de verzadiging (saturation), contrast, belichting en je hebt waarschijnlijk snel een mooi resultaat.
6. BONUSTIP
Als je wel eens denkt: ‘waar is die term RAW toch voor?’ dan moet je deze tip even onthouden. In RAW format wordt er veel meer informatie en kleurinformatie van een foto opgeslagen dan in JPEG format. Voordeel? Foto’s met veel meer kleurdiepte die ook veel meer mogelijkheden geven om te bewerken. Uiteraard nemen die foto’s ook meer ruimte in op je camera, maar als je de mogelijkheid hebt: schiet dan in RAW en Lightroom helpt je dan verder!
