Waar iedereen in de zomer richting het hooggebergte van de Alpen en Pyreneeën lijkt te trekken, zijn er ook in andere delen van Frankrijk prachtige fietsregio’s te vinden. Uiteraard is Bretagne of de Vogezen een mooie optie, maar waarom niet naar een plaats die bij velen bekend in de oren klinkt: fietsen in de Ardèche. Weinig vlakke meters, leuke klimmetjes, niet te hoog, goed weer en alles wat je maar nodig hebt, maakt deze regio tot een prachtige fietsbestemming voor het voorjaar, najaar of gewoon in de zomer. Belangrijkste trekpleisters zijn de Gorges de l’Ardeche en het aanpalende Centraal Massief. Dat laatste komt wel met een disclaimer: het is er dan best wel druk met landgenoten.

Where to go

De Ardèche is best groot. Het complete gebied bestrijkt 5500 vierkante kilometer. Er is volop keus als het aankomt op een mooi stuk fietsen. In het noorden is genoeg stijging te vinden. net ten westen van Valence. Daar begint eigenlijk de belangrijkste heuvelrug. Die loopt eigenlijk helemaal door tot in het zuiden, waar het grootste deel van het Parc National Regional des Monts d’Ardeche ligt. Tegen het zuidoostelijke punt aan vind je de Gorges de l’Ardeche. Dat stuk, rondom de Gorges is vlakker. Maar wat meer naar het binnenland is het dus alsnog best hoog en steil. Linksom of rechtsom, de Ardèche is overal de moeite waard.

Fietsen in de Ardèche: het noorden

In het noorden van dit mooie departement, ter hoogte van Valence op de Autoroute du Soleil vind je gelijk al een paar mooie uitdagingen op je pad. Wat te denken van de Col de la Croix de Boutières. Met een top op 1500 meter hoogte is het een beste beklimming. het is absoluut niet de steilste beklimming, maar met een beetje fantasie kun je ruim 20 kilometer onderweg zijn met mooie lange stukken van 6 a 7%. Dat is wel genieten hoor.

Wil je jezelf even pijnigen? Ga dan voor de minder hoge Col de la Mure. Deze schoonheid die vanuit St Laurent de Pape in 7.7 kilometer 637 hoogtemeters overbrugt, bevat stukken met 12% en klimt dus aan ruim 8% gemiddeld. Dat is wel even slikken zo op de vroege ochtend. Neem daarbij dat de klim vrij onregelmatig verloopt en dat je dus helemaal stuk gaat op dit korte stukje.

Voor dit gedeelte is Le Cheylard een mooie uitvalsbasis. Van daaruit kun je alle kanten op, het ligt op ongeveer 440 meter hoogte en als je de wegen goed bekijkt is er voldoende mogelijkheden om je meer dan een lang weekend te vermaken.

Midden Ardèche

Ter hoogte van Montelimar (niet in de Ardèche, maar wel bekend vanwege de nougat!) vind je een van de klimmetjes waar de Tour nog eens zijn passage had. De Col de l’Escrinet zal voor altijd in het geheugen van Thibaut Pinot staan, want in 2015 kwam hij daar juichend over de streep. Niet een enorm steile heuvel, maar wel lekker om te trainen en even wat spanning op de benen te zetten. Daarnaast levert het mooie plaatjes op voor je in je plakboek!

Vanuit het midden kun je richting Vallon Pont d’Arc en daar heb je de bekende slingerende wegen van de Gorges de l’Ardeche. Het is hier in de zomer echt heel druk, maar als je op een wat rustiger moment hier de wegen af slingert is de omgeving er eentje om in te lijsten. Een fotootje met de bekende Pont d’Arc is eigenlijk een must als je in de buurt bent. Het strandje ernaast nodigt wel erg uit tot een frisse duik.

Zuidelijke Ardèche

In het zuiden en met name het zuid-oosten vind je een prachtig deel van de Ardèche. Je hebt hier echt een groot bergachtig gedeelte en de toppen komen hier ook tot bijna 1500 meter. Bijvoorbeeld de Col de Meyrand is een prachtige beklimming. Van onder tot boven 22 kilometer aan 4,7% gemiddeld. Heel gelijkmatig en daardoor fantastisch voor een fietsvakantie. Nog een voordeel: dit deel van de Ardèche is relatief rustig. Kans dat je veel andere fietsers tegenkomt is vrij klein! De oostelijke beklimming kent ook echt een hele mooie bochtensectie.

Iets verderop vind je nog een Col de la Croix, ditmaal die van Bauzon. Met een top op 1300 meter is deze ook al vroeger in het seizoen goed begaanbaar. De lange versie van deze klim begint in Pont de Labeaume. Je begint dan met rustig klimmen, het vlakt even af en na een kilometer of 10 is het nog gestaag 15 kilometer omhoog aan 5%. Het slingert er ook echt mooi omhoog en de uitzichten zijn wel om in te lijsten.

Voor dit deel is het plaatsje Joyeuse (what’s in a name) of Ruoms een goede. Ruoms is in de zomer wel een halve Hollandse kolonie, dus houd daar rekening mee als je liever gewoon in het Frans een bakkie koffie bestelt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *