La Pedalata: Bikepacking van Bormio naar Alta Badia en terug

Het is eind mei en we staan klaar voor vertrek naar Bormio. We houden de weerberichten de afgelopen dagen angstvallig in de gaten vanuit Nederland. Op het programma staat een vierdaagse bikepackingtrip van Bormio, over de Giro-wegen, naar Alta Badia in de Dolomieten en weer terug. La Pedalata Lieve. Waarbij Lieve staat voor lichtgewicht. Dat betekent: alle spullen in een zadeltas, frametas  en een toptube voor wat reepjes, een powerbank en tot slot een stuurtasje voor andere spulletjes zoals een fototoestel en oplader. Dat is het.

Thuis begint het gepuzzel al: wat neem ik mee en wat laat ik thuis? Het bergweer is in deze tijd onvoorspelbaar. Kou en warmte wisselen elkaar razendsnel af. Uiteindelijk neem ik niets te veel mee. Maar is het genoeg?

Tekst: Erik Doorenspleet / Amateurfietser.nl – foto’s: Adam Kolarski/Erik Doorenspleet

Gewicht besparen is de gouden tip

In Bormio staan Daniel Schena (alias Stelvioman) van bikehotel Funivia Bormio en Klaus Isara van bikehotel Melodia del Bosco in Alta Badia al klaar om ons hartelijk te verwelkomen. Deze mannen stralen passie uit voor de fiets, het gebied en gastheerschap. Zij zijn onze fietsgidsen voor de komende dagen. De avond voor vertrek krijgen we de briefing. Wat we thuis al vermoeden, blijkt te kloppen: de Gavia en de Stelvio verdwijnen uit de routes. Afgelopen week viel er nog een meter sneeuw en deze toppen zijn onbegaanbaar. De pret is er niet minder om. We ontvangen onze tassen en het inpakken begint. Gewicht besparen is het advies van de heren. Ik ga nogmaals door mijn spullen en besluit dat ik een ondershirt, wat toiletspullen en mijn teenslippers achter kan laten. Tijd voor een goede nachtrust.

Regen met bakken uit de lucht

Dag 1: Bormio – Malosco 137 km 2868 hoogtemeters

De volgende ochtend word ik enigszins nerveus wakker, schuif het gordijn open en zie een donkere hemel waar de regen met bakken uitvalt. Na een goed en stevig ontbijt en een laatste espresso vertrekken we rond 10 uur in een bont gezelschap van Italianen, Zweden en Denen voor onze eerste etappe van deze vierdaagse tocht: van Bormio naar Malosco. Een etappe van 137 km met 2868 hoogtemeters. Een stevig begin voor een eerste dag, zeker met eigenlijk te weinig voorjaarskilometers in de benen. 

Vai vai

“Vai vai” is het startsein van dit fietsavontuur. We draaien lekker rond op weg naar Grossio voor de eerste klim van de dag: de Mortirolo. Mythisch en angstaanjagend tegelijk. Gelukkig pakken we de “milde” kant, maar stijgingspercentages tussen de 7 tot 12 procent laten meteen weer voelen dat dit serieus bergwerk is. Wachten op elkaar zit er niet in, iedereen rijdt in de stromende regen zijn eigen tempo omhoog. Als fervent regenrijder geniet ik ervan: de temperatuur is goed en mijn investering in “dure” regenkleding betaalt zich direct uit. Ook het rijden in de laaghangende regenwolken geeft de beklimming iets mystieks. Alsof je alleen op de wereld bent. Ik verteer de eerste klim goed en daal met goed moraal af voor de klim van Ponte di Legno naar Passo Tonale.

Koud op de top van de Passo Tonale

We zijn praktisch alleen op de weg in deze tijd van het jaar. Ik geniet ondanks de stromende regen van de natuur en de bergen. Links en rechts liggen de laatste sneeuwrestanten van het wintersportseizoen en wild graast aan de bosranden. Het is koud boven bij Passo Tonale. Bibberend zoeken we de warmte op van de plaatselijke herberg. De huisgemaakte lasagne smaakt uitstekend en helpt om weer warm te worden. Na deze welverdiende break dalen we af. We zien de eerste zonnestralen door het wolkendek prikken, zal het dan toch nog goedkomen vandaag? Nog een laatste milde beklimming naar Malosco, onze overnachtingsplaats van vandaag. Ook deze kilometers zijn prachtig, langs eindeloze rijen fruitbomen tegen de achtergrond van besneeuwde toppen. Moe, uitgeput maar voldaan ploffen we neer voor een welverdiend diner volgens traditioneel (maar geheim) Italiaans recept.

De Italiaanse betuwe

Dag 2 – Malosco naar Alta Badia – 111 km, 2260 hoogtemeters
Een groter contrast met gisteren is bijna niet mogelijk. Een strakblauwe lucht en een aangename ochtendzon verwarmen meteen de spieren. De eerste klim is de Passo Mendola vanuit Fondo. Vanaf deze kant gaat het geleidelijk omhoog en is het niet zwaar. In de afdaling naar Caldaro zie ik hoe wielergek Italië is. Blijkbaar is dit een ideale zondagsklim voor de in de regio wonende Italianen. Gesoigneerd en strak in de massageolie fietst een stroom aan wielerliefhebbers gestaag omhoog. Soms op een klassieke Bianchi maar veelal op prachtig Italiaans Carbon. Stijl en design wordt gewaardeerd.

Via een netwerk aan fietspaden suizen we tussen de druivenranken en fruitbomen door naar Bolzano. Hier is het warm, bijna zomers te noemen. De ideale plek voor een welkome koffiestop met huisgemaakt tiramisu op het terras met uitzicht op de Duomo. La dolce vita gaat hier zeker op.

Energieboost in Bolzano

Met deze energieboost rijden we via een oude maar inmiddels geasfalteerde spoorlijn richting de Dolomieten. Ik reken uit dat we zeker 65 kilometer moeten klimmen. Van vals plat tot maximaal 9 à 10%. Het is geen straf. Langzaam ontvouwt zich het unieke berggezicht van de Dolomieten. Na elke bocht wordt de Sassolungo steeds een stukje groter. Deze majestueuze berg piekt overal bovenuit. In Ortisei vul ik mijn bidon bij de dorpsfontein voor de laatste klimkilometers van vandaag. Op naar de top van de Passo di Gardena. Het is mijn eerste keer in de Dolomieten en ik geniet met volle teugen van het adembenemende landschap. Steile rotswanden waartussen de weg langzaam omhoog kronkelt. Ik word er stil van.

Op de top neem ik even de tijd om het landschap in me op te nemen en weet zeker dat dit niet de laatste keer is dat ik hier fiets. Na een heerlijke afdaling naar Alta Badia rollen we bikehotel Melodia del Bosco van eigenaar en tourgids Klaus binnen. Vanuit mijn superdeluxe kamer geniet ik in een welverdiend warm bad van een ondergaande zon die een kenmerkende oranjerode gloed op de Dolomieten tovert. Wat wil je nog meer?

Door de middeleeuwen

Dag 3 – Alta Badia naar Merano – 103 km, 1240 hoogtemeters

Na het heerlijke wielerontbijt bind ik de tassen weer op de fiets. Dat gaat me steeds makkelijker af. Ik realiseer me dat je met vrij weinig bagage – ik denk in totaal nog geen 6 kilo – onder vrijwel alle weersomstandigheden La Pedalata kunt fietsen. Mits je de luxe hebt om te overnachten in hotels. De wasservice in de bikehotels helpt daarbij natuurlijk ook. Zo trek je dagelijks een vers gewassen setje wielerkleding aan.

Wederom de Passo Gardena

“Fris en fruitig” beklimmen we wederom de Passo di Gardena, maar nu vanuit Corvara. Meteen de zwaarste klim: 8,8 kilometer lang tegen een gemiddelde van 6,7%. Dat doet toch even pijn zo in het begin van de dag. Het is heerlijk rustig begin juni. In de zomermaanden schijnt het hier te krioelen van motoren, oldtimers en andere vakantiegangers die de lucht vervuilen. Ik geniet van de elkaar snel opvolgende haarspeldbochten van deze bergpas en zie langzaam de vallei van Alta Badia en Corvara onder me verdwijnen. De afdaling naar Selva di Val Gardena leent zich voor een razendsnelle afzink. Ik kies ervoor om regelmatig in mijn remmen te knijpen en de snelheid er even uit te halen om nog te genieten van het Sella Massief.

Passo pinei

Vanuit Ortisei beklimmen we de Passo Pinei. Kort maar krachtig, zal ik maar zeggen. Vanaf kilometer twee stijgen de percentages op mijn Garmin regelmatig boven de 10%. Gelukkig is dit zo’n beetje het laatste pittige gedeelte van de dag. Kastelruth – of Castelrotto in het Italiaans – mogen we niet overslaan. Dit middeleeuwse dorpje ligt prachtig tegen de helling van de Seismer Alm. We parkeren onze fietsen als ridders tegen een kasteelmuur en genieten van een welverdiende espresso in de zon.

Vanaf Kastelruth is het voornamelijk afdalen naar Merano. Na al dat klimgeweld van de afgelopen dagen zeker geen straf. Ik verbaas me ook in deze etappe over het fietspadennetwerk. Vrijwel overal liggen goede fietspaden door de valleien en zijn eeuwenoude dorpjes onderling met elkaar verbonden door geasfalteerde rustige landweggetjes. Via een mooi pad langs de rivier de Adige bereiken we Merano. Net als in Bolzano zie je ook hier de Zuid-Tiroolse en Italiaanse invloeden terug. Aan de rivier die dwars door de stad stroomt, geniet ik van een welverdiende ijscoupe.

Koninginnerit

Dag 4 – De Koninginnerit van Merano naar Bormio – 148 km, 2947 hoogtemeters
Helaas is de Stelviopas vanuit Prato nog afgesloten vanwege overvloedige sneeuwval en lawinegevaar. Normaal gesproken het hoogtepunt van de bikepackreis. Gelukkig heb ik de Stelvio eerder al een aantal keer gefietst. Ik vind de “omleiding” eigenlijk net zo’n goed idee. Zo zie je weer eens wat anders. Overigens staat er 120 kilometer klimmen op het programma vandaag… en hoewel niet altijd even steil, is het toch serieus benenwerk op dag vier.. 

Door Zwitserland naar Livigno

Vanaf Prato nemen we de weg naar Mustair, het Zwitserse gedeelte van de route. De Val di Mustair is prachtig. Nu de sneeuw is verdwenen ontluikt de lente. Geurende bloemenvelden aan beide zijden van de weg prikkelen de zintuigen een keer met wat anders dan de heerlijk geurende Italiaanse gerechten die we overal mochten proeven. Met vijf procent stijging gaat de Ofenpas me in het begin verrassend goed af. Ik vergeet even de vele hoogtemeters die ik al in de benen heb. Tot bij kilometer acht de percentages weer naar 7 à 8% omhooglopen. Ik besluit mijn eigen tempo te rijden en te genieten van wederom een prachtig landschap. Dat verzacht de pijn in elk geval een beetje.

Eenmaal boven volgt een heerlijk overzichtelijke afdaling over biljartlakenstrak asfalt naar de tunnel richting Livigno. De Munt la Schera-tunnel is een eenrichtingstunnel tussen Zwitserland en Italië. Fietsen door de tunnel mag niet, maar gelukkig is er transport geregeld. De fietsen gaan op een speciale fietsaanhanger, zelf stap ik in het busje en na bijna vier kilometer staan we weer in Italië.

Kop over Kop

We rijden vervolgens kop over kop door de halfopen tunnel langs het meer van Livigno. Op naar de laatste beklimmingen van de dag: Passo d’Eira en Passo Foscagno. Het zicht op de nog besneeuwde bergtoppen en gletsjers verveelt nooit. Als ik dan ook nog op de laatste klim dartelende marmotten mee zie rennen, is mijn La Pedalata Lieve-ervaring compleet.

Nog een laatste afdaling. Ik vang een glimp op van het hotel waar Annemiek van Vleuten de basis legde voor haar vele overwinningen. Op naar Bormio. We finishen op het rustieke en middeleeuwse marktplein van Bormio en proosten met een have liter bier op ons vierdaags luxe bikepackavontuur. La Pedalata Lieve? La dolce vita!

Praktisch

La Pedalata is een initiatief van Daniel Schena van Bikehotel Funivia in Bormio en Klaus Isara van Bikehotel Melodia del Bosco in Alta Badia. Hoewel dit een vierdaagse trip is is een verlenging van aantal dagen zeker aan te raden. Een of twee dagen extra in Bormio en Alta Badia bijboeken is zeer de moeite waard. Hierdoor kun je een eventuele rustdag inbouwen of de andere mooie klimmen in vanuit beide standplaatsen doen. Iets kortere etappes en een tussenstop extra maakt het bereikbaar voor een breder wielerpubliek. Uitstekende fietsen kun je ter plaatse huren. Ook zijn er op verzoek Miss Grape bikepack tassen beschikbaar. In Nederland biedt Amateurfietser.nl deze reis aan als maatwerkreis voor individuen en groepen. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Threads
WhatsApp
nl_NL