Crans-Montana is dé fietsbestemming voor klimgeiten en cyclo rijders

Voor Crans-Montana, de fietshotspot in de Zwitserse regio Valais/Wallis, maken we al enkele jaren mooie artikelen. Meer en meer komen we erachter wat de pluspunten van deze bestemming op ruim 1400 meter hoogte zijn. Het zal je niet verbazen dat Crans-Montana dé plek is waar jij als klimgeit helemaal in jouw element bent. Zeker als je ook nog in voorbereiding bent op een GranFondo of Cyclosportive, dan kun je in Crans-Montana meer hoogtemeters maken dan waar dan ook. Elke keer zijn we weer verbaasd en elke keer zeggen we tegen elkaar: kan het beter? Ook deze keer werden we weer verrast, met mooie klimkilometers, nieuwe bergmeren en een verse regenbui. Crans-Montana? Absolutely.

Het is juni als we worden uitgenodigd om drie nachten in Crans-Montana te verblijven en te fietsen. Het weer ziet er goed uit. Bij aankomst is het een beetje bewolkt, maar de temperatuur is goed. Kort-kort en voldoende zonneschijn in het verschiet. Op het programma in ieder geval twee nieuwe beklimmingen. Aan de overkant van de vallei gaan we richting Thyon 2000 een bekend wintersport oord, maar ook een beklimming die uitdagend is. Daarnaast hebben wij (Paulien en ik) de tip gekregen om Lac Derborence te gaan bekijken. Het meer(tje) ligt helemaal verstopt achter de bergen. De eerste foto’s zien er schitterend uit.

Bij aankomst in Alaïa Lodge, ons inmiddels vaste verblijf in Crans-Montana, word ik goed ontvangen. Ik heb een ruime kamer op de derde etage. Balkonnetje, genoeg ruimte voor al mijn troep en m’n fiets kan netjes in de bike room bij de receptie. Veilig en daarbij is het Zwitserland. Daar is jouw fiets net wat veiliger dan in een ander land in Europa.

Sanetsch encore

Ik heb bij aankomst wat tijd over voor een eerste rit. Mijn eerste kennismaking met Valais leidde me ooit naar de Col du Sanetsch. Volgens velen het best-kept secret van de regio. Ik besluit om de beklimming nog eens te doen. Vanuit Crans-Montana daal je eerst af richting Lens en Icogne om daarna via Saviese te beginnen aan de klim. Het is een lange killer, die Sanetsch, maar een ding is zeker: het is het lijden meer dan waard. Tijdens mijn beklimming is het weer perfect. Geen grillende zon, maar een wolkendek dat mij begeleid. Onderaan de voet zie ik al snel de bordjes die de regio heeft geplaatst bij vele cols. Als je ‘m helemaal vanuit Sion zou doen, dan is het 27 kilometer. Ik pik in vanaf Savièse en dus is het ‘slechts’ 22km klimmen.

Zwitserse blockhaus

Volgens CyclingCols is deze vergelijkbaar met de Blockhaus in Italië en al vrij vroeg in de klim krijg je ook het zwaarste stuk te verwerken. Een kilometer lang aan 10.9% gemiddeld met een uitschieter naar 13%. Het is niet lekker inkomen met dit monster. Tijdens mijn rit kom ik een aantal andere medestrijders tegen. Iedereen geniet, maar op zijn eigen manier. De mannen op de MTB’s die ik inhaal, draaien een koffiemolentje. De dame die ik tegenkom pakt een fijn ritme. Ik zelf zit wat te stoempen. Ach, wat maakt het uit. Boven parkeer ik de fiets tegen het bordje en neem een foto. Het uitzicht hier is minder spectaculair, maar op de terugweg biedt de slingerweg mij prachtige panorama’s en uitzichten over de vallei. Sanetsch encore, mais oui! 87 kilometer en 2750 hoogtemeters. Ga er maar aanstaan. De pasta bij Viva Voce, die gaat erin als een trein.

Regenachtig Thyon 2000

Op dag twee, Paulien is er dan ook, gaan we richting Thyon. Paulien is vol in voorbereiding op het Alpenbrevet. Haar coach ‘eiste’ 3000 hoogtemeters per dag. Take it. Ik had er al 2750 op zitten, dus wat mij betreft ‘no problemo’. De rit naar Thyon is er eentje in twee stukken. Want het is eerst een rappe afdaling richting het dal. Dan moet je een stuk vlak overbruggen om vervolgens te beginnen aan de route richting Hérémence. Dit is ook de start van de klim naar Lac des Dix. Eenmaal in Vex draai je bij het bordje Thyon rechtsaf. En dan begint de pret. Het is meer dan 20 kilometer klimmen en bijna 1600 hoogtemeters. Een flinke kluif dus met uitschieters richting 15% in het midden van de klim.

We vertrekken vanuit Crans-Montana met de zon aan de hemel. Het is kort-kort, maar we kijken ook wat vooruit. Volgens de voorspellingen krijgen we regen, ergens op onze rit. Het zal kort zijn, misschien hevig maar geen probleem, volgens de kenners. We gaan het zien. Het eerste deel gaat vrij gemakkelijk. De berg af en richting het dal. Als de zon op ons schijnt, lijken we even te warm gekleed. De draai richting de klim is wat druk met verkeer, maar we slaan er ons goed doorheen. Het eerste deel van de klim is echt opwarmen. Letterlijk. Jasjes gaan uit en we draaien een goed ritme met tempo. Eenmaal bij Vex draaien we door het kleine dorpje heen en verder door de bossen. Boven ons begint de lucht dicht te trekken en we rekenen nu op de aangekondigde regenbui.

Plensbui in de bergen

En die komt. Hard. Meedogenloos. We zijn bijna bij de top van het skidorp als het begint te druppelen. Eerst doen we nog op de fiets een jasje aan onder een bruggetje, dan rijden we de laatste kilometer om hoog. Bij het dorp is het verlaten en stil. Alles is dicht, het skiseizoen begint pas weer in het najaar. Ondertussen begint het harder te regenen. De lucht is volledig veranderd en we kijken het eerst nog even aan. Na 5 a 10 minuten wordt duidelijk dat dit een geval is van: slikken en doorgaan. We pakken ons goed in, maar achteraf zijn we toch met te weinig kleding op stap gegaan. De zware klim bergop vertaalt zich nu naar een koude en kletsnatte afdaling. Schijfremmen of niet, het is voorzichtig door de bochten en vooral bibberen op de fiets. Van de kou welteverstaan. We zoeken angstvallig naar een berghut of een restaurant dat open is.

Verlichting in Vex

Uiteindelijk vinden we in Vex de verlichting die we zoeken. Bij Relays des Mayens de Sion, een restaurant in Amerikaanse stijl duiken we naar binnen. De gasten kijken ons verschrikt aan. Alles is nat. Het devies is simpel: uitkleden, (tot op ondershirt he) en zorgen dat het lijf snel kan opwarmen. Natte kleding trekt energie uit je lijf en dan kun je beter gelijk in bed gaan liggen. De eigenaren zijn liefdevol en als we naar een stevige lunch weer vertrekken krijgen we allebei wat kranten mee voor onder ons shirt. Dat helpt net dat beetje extra. Eenmaal op de fiets druppelt het nog wat en slaat de kou weer toe, maar als we onderaan de heuvel in de vallei kunnen trappen, verdwijnt de kou en verdwijnt ook ineens de regen. Welkom in de bergen van Valais/Wallis

Crans Montana als toetje

Een ding is zeker: omlaag starten is omhoog eindigen. Als je toch traint voor een Granfondo of een klimgeit bent, dan is Crans-Montana daar perfect voor. Je kunt de gehele klim naar de Col de Crans-Montana doen, of je pakt enkel de klim naar het dorp. Het scheelt een paar honderd hoogtemeters. De klim naar Crans-Montana kun je op verschillende manieren aanvangen. De mooiste is door de wijngaarden, maar daarvoor moet je helemaal ten oosten in Sierre beginnen. Ons rest niets anders dan de grote weg omhoog te pakken. Wat minder idyllisch, maar pijnlijk genoeg voor de benen (en perfect om te trainen). Bovenop is het snel douchen en warme kleren aan. Hoewel de klim ons goed opwarmt, hakt Thyon 2000 er goed in. Wat heet: met 80 kilometer en 2700 hoogtemeters was het een dagje om in te lijsten.

Lac de Derborence

Wij zeggen graag dat we weten waar je moet zijn om te fietsen. Maar dat we niet alwetend zijn, blijkt maar weer. Dit is ons vierde jaar op rij in Crans-Montana en in eedere instanties was Lac de Derborence niet naar voren gekomen als toffe klim. Dat zou kunnen kloppen. Hij ligt wat verder naar het westen, ten westen van Sion eigenlijk. Een trip heen en weer is meer dan 80 kilometer met 2500+ hoogtemeters. Maar dat deze klim het waard is? Dat mag duidelijk zijn. Ook nu pakken we weer uit met een afdaling die via Icogne de velden in leidt. We skippen de Sanetsch pas, maar rijden onderlangs door. Het weer is geweldig, met een strak blauwe lucht en een stralende zon. Waar is die regen van gister gebleven?

Eenmaal onderaan de klim is het even slikken. Direct vanuit de start krijgen we dubbel cijfers te verwerken. Vanuit Pont-de-la-Morge is het een beetje stoempen en harken. Tenminste, dat is mijn stijl. Paulien heeft haar koffiemolen erbij gepakt en peddelt in een vlot tempo mee. Eenmaal voorbij dit eerste pijnlijke punt begint de pracht van de klim.

Door een kloof omhoog

Je rijdt door een soort kloof richting de top. Het is hier nergens echt steil meer en je volgt de rotswand. Kijk wel uit voor afvallende stenen en steentjes. Met nog een aantal kilometer tot de top verandert het landschap ineens. Voor wie wel eens in Yosemite National Park is geweest, snapt gelijk wat ik probeer te beschrijven. Naaldbomen, een meertje, een soort weide landschap waar de weg doorheen kronkelt. Het is bijzonder en mooi. Aan het eind moet je een paar honderd meter over een onverhard pad richting het meer. En dan: genieten. Je wordt omgeven door rotsachtige bergtoppen. Het is er rustig, want nauwelijks auto’s en je bent er met mede bergfanaten, klimgeiten en andere avonturiers. De koffie met taart op de top? Gelijk doen. En op weg naar beneden fototoestel bij de hand en schieten maar. De plaatjes: priceless.

Verblijven in Crans-Montana

In de afgelopen jaren zijn we meerdere malen in Crans-Montana geweest. Onze go-to is bijna altijd de Alaïa Lodge, middenin Crans, dat net hoger/westelijker ligt dan Montana, de twee delen die samen Crans-Montana vormen. Het ligt perfect t.o.v. alle winkels en restaurants, het is een kleine 20 minuten lopen naar de funiculaire en je kunt ook met OV en de auto goed wegkomen hier.

Ruim hotel

Het hotel is erg ruim, met een grote ontbijtzaal, enkele andere ruimtes om te werken of te ontspannen, een bike room en een restaurant dat in het seizoen opengaat. Tijdens onze verblijven was het eigen restaurant vaak gesloten en dus konden we bij Viva Voce, het Italiaanse restaurant onder het hotel terecht. Je krijgt 10% korting als hotelgast, omdat de eigenaren een en dezelfde zijn.

Wil je meer weten over dit hotel? Kijk dan in dit artikel. Andere hotels en tips kun je in deze kaart vinden.

Reistips

Voor deze trip had ik het liefst volledig met de trein gereisd. Dit is in principe ook mogelijk, als je bijvoorbeeld de ICE neemt naar Basel, dan overstappen richting Bern en door richting Visp en Crans-Montana. De treinrit vanuit Utrecht is in totaal 12uur, met 4 overstappen. De nachttrein doet er iets langer over, maar dan heb je ook gelijk geslapen. Het is 18:00 uur vertrek en om 10:00 ben je in Sion (de funiculaire omhoog gaat elke 15-20′)

Dit keer werd het door een korte voorbereiding en simpelweg budget een vlieg-treincombinatie. Vanaf Genève gaat de trein in één streep naar Sierre en vanaf daar kun je zo met de funiculaire omhoog. Die stopt middenin het dorpje en ons hotel was nog 20′ lopen of een korte rit met de bus. Vliegen kan uiteraard naar Genève en naar Zurich.

Met de auto ben je ook bijna 12 uur onderweg, inclusief stops/laden/tanken en rusten.

NS merk 2

Routes in Crans-Montana

Dit zijn de routes die we gereden hebben tijdens ons avontuur in Crans-Montana in 2025

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Threads
WhatsApp