It’s all about the preparation. Of zoals ze in Italië zeggen: ‘È tutta una questione di preparazione’. Welke vakantiebestemming het ook wordt, ik ben in de weken voorafgaand aan een vakantie altijd druk met het maken en zoeken van fietsritten in de buurt van mijn camping. Ik zoek gpx-bestanden van routes, probeer zelf routes te maken en sla al mijn ritten op in een collectie in Komoot. Toen de kogel door de kerk was dat de vakantiebestemming Toscane zou worden, ging ik ook meteen aan de slag. Want Toscane… dat betekent witte gravelstroken, cipressen, schitterende steden, glooiende heuvels, de Strade Bianche, Chianti Gravel en L’eroica. Gravel-fun gegarandeerd! Ik ga heerlijk gravelen met locals in Toscane over de Crete Senesi!

Tekst en foto’s: Robbert Flim

In mijn zoektocht naar routes kom ik via Instagram in contact met de heren van ‘Tuscany Gravel’. Na enig heen-en-weer berichten krijg ik de uitnodiging om samen een rondje te maken als ik in de buurt ben. Dat laat ik mij geen twee keer zeggen. Eenmaal aangekomen op camping Orlando in Chianti maak ik met Marco van ‘Tuscany Gravel’ de afspraak om elkaar op een zondagmorgen om 9.00u te treffen in Taverne d’Arbia, een plaatsje iets ten oosten van Siena. Voor mij betekent dit nog een autorit van drie kwartier vanaf de camping. Je moet wat overhebben om te gravelen met locals in Toscane

Crete Senesi

Iets voor negen uur draai ik een parkeerplaats in Taverne d’Arbia op. Naast de enige andere auto die hier geparkeerd is, staat een man in fietskleding die een gravelbike achter uit zijn auto tilt. Dit moet Marco zijn, kan niet missen. Na enige plichtplegingen stappen we al snel op de fiets. We hebben ten slotte nog 70 kilometer om bij te praten.

Binnen vijf minuten hebben we het dorp verlaten en rijden we een heuvel op. Meteen ontvouwt zich een landschap dat voor mij kenmerkend is voor Toscane: Witte gravelstroken, heuvels met agrarische vegetatie, cipressen en her en der een boerderij. En dat onder een stralend zonnetje. Ik wil meteen mijn telefoon pakken om deze beelden vast te leggen. Marco weet mijn enthousiasme te temperen met de mededeling dat er nog veel mooiere vergezichten komen.

Elk gravel is net weer anders

Het is trouwens ook niet echt gravel waar we over rijden. Het is meer een soort klei-achtige ondergrond. Marco vertelt dat het gebied ook wel ‘Crete Senesi’ genoemd wordt. Dit gebied strekt zich uit in het zuidwesten van de provincie Siena. Het kenmerk van ‘de Crete’ is de kleigrond. Het geeft de glooiende omgeving een grijs-azuurblauwe kleur. Soms is het net alsof je je op de maan bevindt.

Het gebied wordt gekenmerkt door de productie van graangewassen, afgewisseld met olijven-teelt. Ook vind je hier de alom befaamde witte truffel. Voor menigeen een delicatesse. Kijk, dat is meteen het mooie aan fietsen met een local. Het gaat niet alleen om het fietsen, je krijgt er meteen een personal tour-guide bij. Het geeft de fietstocht absoluut iets extra’s. 

Monteroni d’Arbia

We slingeren over fantastische gravelpaden richting het dorp Monteroni d’Arbia waar we in een trattoria een korte koffiestop maken. Marco bestelt een cappuchino en een brioche, ik ga ook voor een cappuchino en bestel er een croissantje bij. Tijdens de stop praten we bij over fietsen, werk en gezinsleven. De heren van Tuscany Gravel organiseren ook bikepackingtochten van Siena naar Rome, ook wel de Via Francigena genoemd. Een meerdaagse tocht die eindigt op het Sint Pieterplein. Marco vertelt er dusdanig enthousiast over dat ik besluit dat deze ter plekke op mijn bucketlist komt. Deze houden we warm!

Hier is het nog eens goed(koop) genieten

Als dank voor de gastvrijheid van Marco en zijn aanbod om met mij te fietsen reken ik de koffiestop af. Het totaalbedrag blijkt €4,50 te zijn voor twee koffie met iets erbij. Io amo l’Italia! We bedanken de dame achter de toog en rijden verder naar het zuiden. Marco vertelt weer honderduit over de zonnebloemvelden die we passeren, de (vroegere) functie van versterkte boerderijen die we passeren en de wisselende kleuren van het landschap door het jaar heen. Het oogstseizoen komt er weer aan, dus de boeren zijn druk op het land. In de lente is het soms net alsof je in Ierland fietst, omdat de heuvels dan een intens groene kleur hebben. Ik krijg meteen ook de uitnodiging om dus ook in de lente nog eens terug te komen. De bucketlist wordt langer en langer. 

Na 25 kilometer dient zich de grootste beklimming van de dag aan. Een stijle gravelklim tussen de weilanden door met uitschieters rond de 15%. Bovengekomen wacht ik op Marco, terwijl ik voor de zoveelste keer deze prachtige omgeving in mij opneem. 

Overal is een paadje te vinden

Na de klim dalen we af en geeft Marco aan dat we links af moeten. In mijn ogen is er geen pad, maar Marco weet de mooie hotspots moeiteloos te vinden: We fietsen via een smal geitepad een heuvel door het dorre grasland en het is net alsof we het beeldscherm van Windows 95 opfietsen. Schitterend.

Het zuidelijkste puntje van de route is Buonconvento. Vlak buiten de stadsmuur vinden we een fonteintje waar we onze bidons even bij kunnen vullen. Nog zo’n voordeel van fietsen met een local; ze weten precies waar ze water kunnen vinden. Bij het verlaten van het stadje staat een verkeersbord waarop staat dat het nog 200 kilometer tot aan Rome is. Meteen schiet mijn nieuwe item op de bucketlist weer door mijn hoofd. Als die route net zo mooi is als wat we tot nu toe gefietst hebben, dan moet deze tocht zeker de top 10 in.

Op een strook in de buurt van Ponte d’Arbia worden we aangesproken door een boer op een trekker. Omdat mijn Italiaans van een dusdanig niveau is bemoei ik mij er niet mee, maar aan de armbewegingen van zowel de boer als Marco concludeer ik dat we een andere weg moeten nemen. Na een wederzijds ‘Ciao’ fietsen we verder. Marco vertelt mij dat de strook waar we fietsen gewoon toegankelijk is, maar dat de boer liever heeft dat we een andere weg pakken. Zijn argument is dat er gejaagd wordt in dat gebied en dat het dus gevaarlijk kan zijn. Marco wimpelt het af met de mededeling dat hij dit gesprek al eerder heeft gehad met een boer en dat het momenteel helemaal geen jachtseizoen is. Quindi nessun problema.

Gespleten paden

Op één van de vele heuvels is het pad gespleten door een geultje waar nog niet eens zo heel lang geleden aardig wat water zich een weg heeft gebaand. Marco geeft aan dat deze wegen van klei perfect begaanbaar zijn als het droog is. Als het regent kun je hier niet fietsen, dan is het soms net of je door nat cement rijdt. Ik kan mij er alles bij voorstellen.Het laatste hoogtepunt van de route is een heuvel van echt wit gravel tussen de geelbruine weilanden door, met aan één kant cipressen. In de verte is zelfs de skyline van Siena te zien. Hoeveel vakantiegevoel wil je in één oogopslag hebben? 

Terug bij de auto kan ik alleen maar de conclusie trekken dat de zojuist verreden route by far de mooiste vakantie-fietsrit is die ik in tijden gemaakt heb. Het is de combinatie van de omgeving, de vergezichten, de route en het fietsen met een local. 

De Crete Senesi… ik kom er zeker nog eens terug! Grazie mille

Gravel met locals in Toscane – Crete Senesi

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *