De Cauberg in Limburg staat bekend als dé wielerklim voor Zuid-Nederland. Op elke verjaardag komen de klassiekers weer voorbij: ‘heb je de Cauberg wel eens gefietst? Of de Ventoux? Of Alpe d’Huez? Wielrenners en -rensters weten ook dat de Cauberg een paar nadelen heeft: de klim is echt wel kort, de afdaling is op z’n minst gevaarlijk te noemen en op weekenddagen in de zomer is het er nogal druk. Om over het Amstel Gold Race weekend nog maar te zwijgen. Nee, wat dat betreft zijn er genoeg alternatieven. Niet alleen in de provincie Limburg, maar juist ook over de grens! Want wie Maastricht achter zich laat en langs frituur Woopy Snack het Belgische land inrijdt, valt met z’n neus in de spreekwoordelijke boter. Wallonië heeft een prachtig scala aan alternatieve beklimmingen die net zo, of zelfs nog uitdagender zijn dan de Cauberg. In dit artikel nemen we je mee naar de groene heuvels en bossen van de Ardennen, met 10 geweldige alternatieven voor de Cauberg in Limburg.

Tekst: Sander Kolsloot, foto’s: Adobe stock/Ruben Hoogland/Rik de Voogd

1. Côte de la Haute-Levée:

Stavelot, een plek waar ik zelf bijzondere herinneringen aan heb. We zaten ooit met school in de buurt van Stavelot. Survivallen, maar dan voor een sjiek Gymnasium. Dat betekende verblijf in bungalows van een bekende keten, maar we moesten wel samen koken. De winkel was 30′ lopen. Pannenkoeken waren het meest simpel, maar sjef inkoop (ik zei de gek) kon alleen een ei bakken en dus vergat ik de melk. Gelukkig waren onze buurvrouwen uit de klas zo vriendelijk om wat uit hun mond te sparen. Zij hadden het uiteraard wel goed voor elkaar. In 2015 ging ik al eens terug naar Stavelot en beklom toen zelf de Cote de Haute-Levée. Een monsterklim, die als enige nadeel heeft, dat ie langs de snelweg loopt. Met bijna vijf kilometer aan 5,8 procent is het een waanzinnig lekkere klim. Maar dikke tip: pak de Chemin d’Amermont, waar je een mooi haarspeldbochtje vindt en je de vrachtwagens kunt ontwijken. De afdaling richting Spa is er eentje voor de boeken. Rechttoe, recht aan!

2. Côte de Wanne:

De Côte de Wanne is bij velen favoriet. Deze buurman (of buurvrouw) van de Stockeu (zie verderop) is een prachtige klim, die ook menigmaal in Luik Bastenaken Luik Challenge wordt verreden. Vanuit Trois-Pont richting Wanne en vanaf daar is het een flinke klim, van 2,7 kilometer met een stijging van 7,1 procent. Dat is nog eens andere koek. De klim is uitdagend, maar de beloning is fantastisch. Het uitzicht over de vallei bij Stavelot en Trois-Pont is moeilijk te toppen. Dat hebben ‘ze’ bij de Cauberg niet. Dan kom je boven en sta je…ja, boven. Hier wordt je beloond met een mooi plaatje. Genieten dus. Als je de volledig ekli doet (er zit een soort voorbeklimminkje in) dan is ie meer dan 3,5 kilometer, maar dan heb je ook een klein stukje afdaling. Het gemiddelde percentage daalt dan naar 6,1 procent. Kniesoor, die daarover begint.

3. Mur de Huy:

Een muur, het is altijd iets magisch. De Muur van Geraardsbergen, de Muur van Hoei, de Muro di Sormano. Zo heeft bijna elk land wel een muur waar je tegenop kunt fietsen. In Berlijn letterlijk, want als je er niet langs rijdt, dan knal je er pardoes tegenaan. Enfin, genoeg flauwe grappen. Hoe je deze muur bedwingt, dat kun je het beste aan Anna van der Breggen of Alejandro Valverde vragen. Beiden waren jaren achter elkaar heerser en heerseres op de slotbeklimming van de Waalse Pijl. Een pokkeding, zo omschrijven velen het ook. Maar qua uitdaging wel net even wat mooier dan de Cauberg. 1300 meter slechts, maar bijna 10 procent gemiddeld. Ga er maar aan staan.

4. Côte de Stockeu:

Eddy Merckx Fans opgelet! Want als je in Stavelot bent, dan mag de beklimming van de Stockeu niet ontbreken in jouw route. Waarom? Nou, vanwege het monument voor ‘de Kannibaal’, ongeveer halverwege de totale beklimming. Want hou je vast. De beklimming is 2,2 kilometer lang, aan gemiddeld net geen 10 procent. Het venijn zit ‘m echter in de eerste kilometer, want daar krijg je een pijnlijke 20 procent maximaal voorgeschoteld. De allereerste keer dat ik deze klim deed, ging het voetje aan de vloer. De Mountain High Chasers zouden zijn omgedraaid, maar ik vond het mooi geweest. Voetje weer inklikken en proberen op gang te komen. Wat een ellende. Eddy lachte mij vrolijk toe, zo’n 1100 meter onderweg. Een fotootje mag hier wel, hoewel je daarna dus nog 1100 meter moet klimmen. Die gaan ook niet aan minder dan vijf procent. Bovenop ben je blij dat je even kunt ademen. Maar dat deze klim gaaf is (en dus mooier dan de Cauberg) dat mag duidelijk zijn.

5. Col du Rosier:

Vanuit kuuroord Spa, waar men nu eigenlijk alleen nog aan autoracen denkt, is dit dé trainingsklim van de omgeving. Wat een heerlijke beklimming is dit. Hij is lang, bijna vier-en-een-halve kilometer. Dat is voor BeNeLux begrippen een serieuze berg. In die vier-en-een-halve kilometer zitten een paar serieuze haarspeldbochten. Je moet even doorsteken in Spa en dan kom je op een straat genaamd ‘Rue de Barisart’. Dan rij je zo het stadje uit en begint het genieten. Vergeet niet om af en toe om te kijken. In het bos waan je je even helemaal weg van de wereld en eenmaal boven opent alles zich weer met een (risicovolle) afdaling.

6. Col du Maquisard:

De heren en dames van Le Coffee Ride zullen beamen dat Stavelot de ‘hotspot’ is in deze regio. Zoveel mooie alternatieven voor de Cauberg liggen hier aan je voeten. Heb je de Haute Levee, Stockeu, Wanne, Amermont en alle andere alternatieven gehad? Ga dan de Col du Maquisard op. Lekker hoor, om twee-en-een-halve kilometer lang aan vijf procent ruim te kunnen klimmen. Dat doet eigenlijk net geen pijn, je kunt goed trainen

7. Côte de la Redoute:

The allmighty Redoute. Philippe Gilbert kan je er alles over vertellen. Niet alleen is dit de heuvel met de meeste koersverhalen, maar ook de heuvel met de meeste keren ‘Phil’ op de weg geschreven. Local hero Gilbert kon daar kracht uit putten. Op de Redoute werd en wordt nog altijd de slag geslagen in Luik-Bastenaken-Luik. Frank Vandenbroucke mocht er graag rijden. In Aywaille begint de ellende. Velen zullen graag een beetje moed indrinken bij de gelijknamige brouwerij, want in twee kilometer knal je de lucht in. Aan negen procent gemiddeld is het lastig om jezelf weer even ‘Gilbert’, ‘Van der Breggen’ of ‘VDB’ te voelen.

8. Col du Rideux:

Wil je niet ‘helemaal’ naar Spa of Stavelot rijden? Dan kun je vanuit Luik ook al aardig onderweg zijn. Sterker nog, op ons Micro Adventure in de Ardennen, reden we ook voornamelijk nét over de grens. Een voor velen onbekende klim, de Col du Rideux in de buurt van Ferrières. Ook hier wordt je weer getrakteerd op meer dan vier kilometer klimmen aan nog geen zes procent. Je hebt hier weinig verkeer. en je wordt getrakteerd op mooie vergezichten. Start je ritje in Luik of eventueel Visé en plak de Rideu als verste punt en je kunt genieten via de Redoute, Sprimont en weer terug. Top toch?

9. Côte de Saint-Roch:

Je bent niet in de Ardennen geweest, als je niet naar Houffalize bent gegaan. Ooit schreef Ronald Giphart in een van zijn romans, GIPH, over Houffalize. Ik vond het toen een wat lastig begrip. Misschien komt dat ook door de verder wat ‘graphic content’ in de boeken van Giphart. Toch is de Côte de Saint-Roch een pareltje, die zeker strijd met de Cauberg om schoonheid en uitdaging. Want hier pak je in een gelijke afstand, 1200 meter, bijna DUBBEL zoveel hoogtemeters. ALs je dan mag vergelijken, dan is er geen vergelijk. Hoewel, hoewel het dus HARKEN, naar boven wordt. Dat is een ding wat zeker is. Voor iedereen een uitdaging. Draai even het goede verzet op je fiets als je hier heen gaat. Maar daarna wil je wellicht nooit meer anders. Daarna heb je wel een Chouffe verdiend, van de lokale brouwerij.

10. Col de Haussire

Iedereen kent La Roche-en-Ardenne. Of tenminste, als je ooit hebt getwijfeld om deel te nemen aan de Velomediane Criquelion (ook wel ‘de Kriek’ genoemd). Dan staat La Roche in je geheugen gegrift. Dit stadje aan het water herbergt niet alleen een aantal goede lunchstops, maar ook een van de meer uitdagende beklimmingen van deze regio. De Haussire, waar je echt he-le-maal stuk kunt gaan. Tenminste, als je de moeilijke variant neemt. Ooit fietste ik de Sean Kelly Classic en draaide ik ook La Roche in. Ik wist van de moeilijkheidsgraad van de Haussire, dus ik had al teruggeschakeld. Maar ja, toen reden we de ‘makkelijke variant’. Als je de zuid-variant pakt, dan sla je het extreem steile gedeelte middenin het stadje over. Ik zou het doen, want steil daar wordt niemand ECHT vrolijk van.

Conclusie: De Ardennen in Wallonië bieden wielrenners een schat aan uitdagende beklimmingen die de Cauberg in Limburg in de schaduw stellen. Of je nu op zoek bent naar steile uitdagingen of schilderachtige routes, de Ardennen hebben voor elk wat wils. Dus, stap op je fiets en verken deze prachtige regio vol adembenemende klimmen en adembenemende uitzichten. Met onze 10 Alternatieven in de Waalse Ardennen beter dan de Cauberg, kom jij een heel eind!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *