Dagboek Baskenland deel 2: Spelen in Haimar’s Achtertuin

Als je in Baskenland gaat fietsen zal een ding altijd opvallen. Het is hier groen. Groen betekent meestal dat het regent. In het geval van de regio ‘Euskadi’ regent het hier vaak. Het weer kan ook plotsklaps veranderen. Het ene moment rij je in de schaduw, daarna in de volle zon alvorens de wind opsteekt en er een stortbui aankomt. Het is de charme van de regio en het maakt de omgeving prachtig om te zien. We gaan op pad in de achtertuin van Haimar, langs de kust richting ‘Donostia’ om uiteindelijk in Tolosa te eindigen. Hier is het kloppend hart van Etxeondo. We fietsen vandaag in deze prachtige regio. Dit is Dagboek Baskenland deel 2.

Langs de kust

Een mager zonnetje laat zich af en toe zien achter het wolkendek. De groep van 15, strak gekleed in een groen gele combi, speciaal voor deze week, rijdt lekker achter elkaar. Links de zee, rechts een groen dek aan bomen, struiken en iets verder de heuvels en bergen van Baskenland. Op kop steevast local hero Haimar. Hij kent de streek, de klimmetjes en is zelfs 5 jaar na zijn actieve carrière nog extreem fit. Als het zou moeten, zou hij volgens mij zo weer op de fiets kunnen stappen. Het terrein is wederom geen meter vlak. Geen wonder dat de meeste Baskische renners goed uit de weg kunnen in de bergen. 

Wielerfans

De mannen die langs de kant onverstaanbare kreten naar ons schreeuwen, zijn vooral enthousiast. Een groep renners, hetzelfde gekleed, bijna allemaal met dezelfde helm. Dat moeten wel toppers zijn, zullen ze gedacht hebben. Hoe verder we over de bijna 130 kilometer lange route rijden, hoe vaker groepjes met oudere, maar ook jongere Basken ons aanmoedigen. Het fietsen leeft hier. Dat is ook wel te zien tijdens een wedstrijd als Clasica San Sebastian. Dan staan op de verschillende klimmetjes vele enthousiaste wielerfans de renners aan te moedigen. Uiteraard ondertussen zwaaiend met de kenmerkende Baskische vlag.

Op naar Zarautz

Hoewel de rit vandaag zal eindigen in Tolosa, doen we onderweg meerdere plekken aan met enige betekenis. San Sebastian, al eerder genoemd is er daar een van. De ander? Zarautz, surfers paradijs en tevens woonplaats van Zubeldia. Zarautz is tegenwoordig een plek waar de huizenprijzen bovengemiddeld zijn en waar de bevolking (in totaal 22.000+) in de zomer verdriedubbelt. Het heeft een mooie, maar soms ook donkere geschiedenis. In de burgeroorlog van 1936 viel het dorpje in handen van de heersende orde. Represailles markeren een zwarte bladzijde in de geschiedenis. Ruim 40 jaar later is onafhankelijkheidsbeweging ETA meerdere malen verantwoordelijk voor slachtoffers in de chique badplaats. De stijd voor een onafhankelijk Baskenland is hier gevoeld.

Stevig klimmen

Waar de route zich eerst kenmerkt door een golvend patroon, wordt de weg steeds steiler. Hoe dichter we bij Zarautz komen, hoe vaker we echt uit het zadel moeten om te klimmen. Net na Deba komt de eerste uitdaging: de klim naar Itziar. Bijna 5 kilometer lang omhoog aan bijna vijf procent. De benen voelen nog niet zoals het zou moeten, maar meesterknecht (Aitor) van den Boogaard komt te hulp. Een strak tempo en nu nog een goede moraal zorgen voor een prima aankomst op de top. We gaan door en na een tiental kilometers zie ik het bordje ‘Zarautz 7 km’. We zijn er bijna. De draai naar links en daarmee gelijk de stijging van het wegdek had ik niet ingecalculeerd. Het is de Meagas klim, ook nu weer 4,5 kilometer met bijna vijf procent gemiddeld. De beloning is een schitterend uitzicht over de baai bij Getaria. Dit is puur genieten

De route van Clasica San Sebastian

Al eerder op de dag sluiten verschillende fietsers zich bij ons aan. O.a. de vriendin van Haimar, ‘Abusman’ Borja en ook in Zarautz krijgen we versterking. Florus, een Nederlandse vriend, heeft z’n agenda leeggeruimd om mee te rijden richting Donostia. Hij woont in Zarautz en kent de omgeving inmiddels aardig. Dat is de charme van het fietsen en van deze trip. Iedereen kan aansluiten en de sfeer in de groep en langs de weg is eigenlijk perfect. Over weg gesproken: de Spaanse Rijkswaterstaat heeft soms nog wat werk te verrichten. Als we vanuit Zarautz het volgende dorp Orio bereiken ligt daar de prachtige Igeldo op ons te wachten. Qua wegdek goed te doen, maar qua stijging is dit een echte kuitenbijter. Onregelmatig met percentages richting de tien procent. Het is aanpoten, maar eenmaal boven wacht de relatief lange afzink naar San Sebastian. De beloofde koffie moet nog even wachten, maar het uitzicht op de boulevard maakt veel goed.

Warm onthaal

Etxeondo is een echt familiebedrijf. Kwaliteit is hier belangrijker dan snelheid. Paco, de eigenaar, die inmiddels al wel ‘van Drees zou kunnen trekken’ loopt nog altijd rond op de burelen in Tolosa. Hier is het kloppende hart van Etxe – Ondo, wat vrij vertaald ‘dichtbij huis’ zou kunnen zijn. Zo voelt het ook. Het voelt als thuiskomen. Als we na een nog venijnig klimmetje en een golvende weg in het binnenland eenmaal aankomen staat een waar ontvangstcomité voor ons klaar. Als de eerste honger gestild is met een uitgebreid, Baskisch buffet (‘anybody want wine, or cider?’) trekken we de fabriek in. Alle kleding gaat hiervandaan naar de klanten. De gemiddelde werknemer werkt hier niet een jaartje, maar langere tijd. Details zijn belangrijk, maar betrouwbaarheid misschien nog wel meer. Het is een mooi stukje ambacht in de fietsindustrie, waar massa en snel geld nog vaak de boventoon voeren.

Finish en verder

Met nog maar vijf kilometer voor de boeg is de dag voorbij gevlogen. Het hotel, een warm bad en een goede maaltijd wachten op ons. Het was een dag vol indrukken, maar ook een dag die de gemiddelde wielertoerist wel gaat voelen. De klimmetjes, de glooiende kustweg en het gebrek aan vlakke kilometers. Dat is Baskenland en dat is ook de schoonheid van de regio. En hoe nu verder? Morgen weer een dag. Op naar Pamplona, naar de roots van Miguel Indurain en naar de stad van de stieren. Voor nu: Eskerrik Asko eta bihar arte!