Een mooi houtvuurtje brengt de nodige warmte op een koele zaterdagochtend. Kleine pluimpjes met warme adem komen langzaam omhoog. Blije begroetingen en bewonderende blikken op prachtige fietsen. Als buitenstaander zou je niet goed weten wat er staat te gebeuren op deze ochtend in december. Een groepje fietsende dames begroet elkaar en heeft net de inschrijving bij de balie voltooid. Breeduit lachend en vol goede moed gaan zij op pad voor deze editie van Where The Streets Have No Name (WTSHNN) van True Grit. Routemaster Gijs bekijkt alles met een brede glimlach. Wij kunnen ook niet wachten om misschien wel de mooiste gravelroute van het Gooi te gaan rijden. Gravelen als een koning(in) kan hier zeker! De koffie bij Buiten in de Kuil smaakt in ieder geval goed. Warm ingepakt en met heel veel goesting springen we op de fiets. Here we go!
Waar de straten geen naam hebben
Toen Gijs Bruinsma een aantal jaren geleden begon met het organiseren van gravel events, had hij wellicht niet kunnen bevroeden dat zijn concept van WTSHNN zo’n succes zou worden. Tickets zijn al lang van te voren uitverkocht en er gaan zelfs verhalen dat fietsers hun best doen om alle edities deel te nemen. Voor WTSHNN de wintereditie is Buiten in de Kuil het startpunt. Voor de route van 80 kilometer die wij vandaag rijden, verdelen we de tijd tussen de provincies Utrecht en Noord-Holland. We zitten eigenlijk middenin het Gooi. Prinses Beatrix zal wellicht vanuit haar slaapkamer naar de enthousiaste gravelaars kijken. Drakenstein is tenslotte op een steenworp afstand.
Door het bos en over de hei
Dit stuk van Nederland heeft een mooie combinatie van bos en heide. Als wij de route aanvangen, duiken we gelijk het bosrijke gebied rond Lage Vuursche in. In deze boswachterij kun je je gravelhart ophalen. Vandaag zijn een aantal paden speciaal voor ons opengesteld. Dat niet iedereen dit weet blijkt al na een tiental kilometer. Een oudere dame parkeert haar hond pontificaal voor onze wielen. ‘Jullie mogen hier niet fietsen!’ Je kunt haar geen ongelijk geven. Het brede pad waar we op dat moment overheen razen biedt echter ruimte genoeg voor hond, vrouw en fiets. De eerste lus draait en keert aan de zuidkant van de Lage Vuursche. We raken het dorp Bilthoven bijna aan en gaan dan via allerlei lusjes over het landgoed Pijnenburg richting de Vliegbasis Soesterberg voor stop nummer één.
Historische grond
De Vliegbasis Soesterberg deed tot begin jaren ’00 dienst als luchtbasis voor de Nederlandse Luchtmacht. In de directe omgeving zie je nog veel zaken die daaraan herinneren. Veel racefietsers zullen zowel de startbaan kennen als mooie fotoplek, maar ook de zogenaamde ’tankbaan’ die naar het nabijgelegen militaire kamp Zeist loopt, is een herinnering aan de vele militaire activiteit in dit gebied. Het nabijgelegen Amersfoort is van oudsher een ‘garnizoensstad’ en heeft nog een kazerne. Dichterbij is de Dumoulinkazerne, geen enkele binding met de voormalig girowinnaar Tom. De luchtbasis zelf is vrij toegankelijk en er staan nog vele hangars, bunkers, torens en schuttersputjes. Een mooie inkijk in de militaire historie, nog meer kracht bijgezet door het Nationaal Militair Museum. Tip van ons: mocht je een rondje plannen, dan is het Restaurant Café Soesterdal een perfecte plek voor een koffiestop!
Bakkie, wafel, pannenkoek!
Bij de eerste stop wordt goed voor ons gezorgd. Il Magistrale maakt lekkere bakkies, er is een ruime keus uit clif bars, wafels en andere koek. Over koek gesproken: bij de Endura stand staat een flinke rij voor de verse pannenkoeken. De hangar waar deze post is opgetuigd zorgt voor een prachtig sfeertje op de mooie ochtend. Tot nu toe zijn de weergoden ons gunstig gezind en lijkt er zelf een klein zonnetje door te breken. De paden zijn goed begaanbaar, met hier en daar een plas water, maar allesbehalve een modderbad. Deze kant van de Lage Vuursche is oprecht een gravel speeltuin
Opstijgen in drie-twee-één
Nadat we vele bekenden weer de hand hebben geschud maken we ons klaar voor deel twee. We gaan weer richting landgoed Pijnenburg, maar daarvoor moeten we eerst de startbaan over. Hoewel ik ‘m al heel veel gereden heb, blijft het toch iets aparts. Aan het eind van de baan draaien we weer het bos in. We krijgen nog een stukje asfalt voor de kiezen maar daarna zijn de brede bospaden weer van ons. Al doortrappend doorkruisen we het landgoed en volgen de ventweg langs de Wieksloterweg, normaliter een paradijs voor racefietsers (en in het weekend een kwelling vanwege het vele ‘sportclubverkeer’. We maken nu de oversteek naar het ‘echte Gooi’, want we gaan achterlangs bij kasteel Groeneveld, in de buurt van Baarn. Ook krijgen we hier de eerste strookjes MTB-parcours voorgeschoteld. Slingerend over boomwortels en andere uitsteeksels gaan we vrolijk door.
Chocostop en Hilversumse Hei
Bij de toegang naar de heide van Hilversum staat de dampende chocomel van routesponsor Komoot op ons te wachten. De vraag om een scheutje rum beantwoorden we maar met ‘nee’, maar de chocomel zelf (en het toefje slagroom) slaan we niet over. Niet voor niets wordt dit bruine goedje als alternatieve hersteldrank aanbevolen. De sfeer is goed en we ‘ruiken de stal’. Dat voor ons ook de eerste druppels vallen, lijkt nauwelijks te deren. Vanaf nu verlaten we de provincie Noord-Holland niet meer en gaan we over de heide terug naar huis. We passeren meerdere malen Theehuis ’t Bluk. Hoe deze naam tot stand is gekomen, dat blijft een raadsel. Een ding is zeker. Dit deel van de route is zeker de mooiste gravelroute van het Gooi.
Finish met een burger en een bakkie
De laatste vijf kilometer gaan niet meer van harte. Bastiaan is als inwoner van Hilversum voortijdig afgebogen. Brommer Frank rijdt mij naar huis. Met een puf en een steun draaien we de laatste 100 meter op en rollen we de heuvel af, onder de startboog door. De alcoholvrije verfrissing van De Kromme Haring pakken we gretig aan. De miezer is overgegaan in regen. We parkeren de fiets en duiken de warme tent in. Daar wacht een welverdiende burger, met een goede portie friet op ons. Voor de laatste 15 kilometer naar huis. Toch zijn we het roerend met elkaar eens: dit is een gaaf event en misschien wel de mooiste gravelroute van het Gooi (en omstreken).