De Vuelta start in augustus in Utrecht. Dat is menig Nederlander nu duidelijk aan het worden. De #vamosholanda wordt steeds vaker gedeeld en ook de organisatie zet steeds meer in op activatie. Ook de Spaanse regio’s zijn actief met de promotie. Verschillende regio’s presenteren zich de komende weken in Utrecht in een pop-up store tijdens de Duurzame Vuelta Weken. Een mooie inhaker op het duurzame Thema van La Vuelta Holanda. Wat opvalt, enkele regio’s die iets minder bekend zijn voor het fietsen zoeken nadrukkelijk de spotlight. Daaronder de regio Aragón, in het noordoosten. Met de hoofdstad Zaragoza is dit een vaak vergeten regio. Onterecht? Wij zochten in ieder geval uit waar je moet gaan fietsen in deze regio. Het resultaat? 5x klimmen in onbekend Aragón.
Pico del Buitre: definitie van een geitenpad
Als je aan Spanje en de Vuelta denkt, dan zie je gelijk de megasteile beklimming van de Alto de l’Angliru voor je. In Aragón doen ze met de Pico del Buitre een aardige duit in het zakje. Toegegeven, hij is minder steil en heftig dan andere geitenpaden, maar met twaalf kilometer en 7,5 procent gemiddeld, waarbij de laatste vijf kilometer boven de 10 procent komen, is dit met recht een goed geitenpad te noemen. In de Vuelta van 2019 was Angèl Madrazo de eerste die bovenkwam.
Puerto del Portalet – een lange loper in de Pyreneeën
De Pyreneeën staan niet bekend om de lekker lopende klimmen. Onregelmatig, steil en dan weer vlak. Kort, vinnig en slopend. Dat is een mooie samenvatting. De regio Aragón loopt ook tot aan de Pyreneeën en daar vind je de Spaanse kant van de Puerto del Portalet. Een lange loper van 27 kilometer die eigenlijk twee delen kent. Een aanloop van 6 kilometer die ietwat onregelmatig is, dan een vlak stuk van een paar kilometer en daarna weer de lange klim omhoog naar de top. Nergens is het megasteil en toch ben je in de beruchte Pyreneeën. Dit kon echt minder. De klim zelf is niet hyper inspirerend, net als de top. Maar ach, na de afdaling wacht een heerlijke hoeveelheid tapas op je in Beiscas. Genieten toch?
De ideale trainingsklim: Puerto de Mosqueruela
Wat is nu een ideale trainingsklim? Eentje die ongeveer 5 procent omhoog loopt, niet te veel variatie en zeg maximaal 10 kilometer lang. Een mooie 20-30 minuten effort. De Puerto de Mosquerela lijkt ervoor te zijn aangelegd. Met 8300 meter een mooie lengte, 4,7 procent gemiddelde stijging en nergens steiler dan zeven procent. Je hebt een korte en een hele lange variant, maar als je de korte kant kiest heb je de perfecte trainingsklim. Als je ook maar iets verder rijdt, dan wordt het gelijk steiler, onregelmatiger en misschien ook wel mooier. Wie zal het zeggen. Stop voor iets te eten in het dorp! Enige kanttekening: het wegdek mag wel een likje nieuw asfalt hebben. Kniesoor die daar over begint.
Where’s Wout: Puerto de Linares
Poels in zijn beste dagen. Dat was in 2019 toen hij (achteraf) de rit naar de eerder genoemde Angliru kreeg toebedeeld. Altijd jammer, maar in die Vuelta van 2019 was Wout heel sterk. En dat sprak ook wel uit het feit dat hij op meerdere cols als eerste boven kwam. O.a. dus op de Puerto de Linares, in het zuidelijke puntje van Aragón. Hier kun je sowieso jouw klimmershart ophalen, want je hebt vanuit Linares meerdere mogelijkheden, zie ook de route hieronder. De Puerto de Linares is echter wel de fijnste en misschien wel de zwaarste van de opties. Let ook op dat je hier boven 1500 meter aan het werk bent. Het wordt dus serieus klimmen. Na afloop zal het eten in La Venta in Linares de Moro heerlijk smaken. De klim naar Valdelinares (en met name het skistation) is ook het hoogste punt van Aragón.
Vuelta favoriet: Monrepos
De klim in Aragón die het vaakst in de Vuelta voorbij is gekomen heet (in de vertaling) ‘mijn rust, mijn rustmoment’. Voor een ruime tien kilometer met vijf procent gemiddeld zie ik zelf de rust nog niet echt in. Voor een profrenner of renster zal het even warmdraaien zijn, maar toch. De route is al enige tijd niet meer in de Vuelta voorgekomen. Wat daar precies de reden van is, is mij nog onduidelijk. De tunnels, maar ook het deels ‘verlaten’ eerste gedeelte zouden daar een indicatie voor kunnen zijn. Toch lijkt het vooral een kwestie van euro’s.