Tekst en fotografie door Maks Groeneveld en Jeffrey Wiese – @outfor.adventures

Sardinië; een prachtige Italiaans eiland middenin de Middellandse Zee, onder Corsica. Het eiland is ongeveer half zo groot als Nederland en telt zo’n 1,65 miljoen inwoners, waarvan een derde in de steden. Daar buitenom waan je je in een ongerept en puur landschap. Mooie kustplaatsjes met baaien waar de zee kraakhelder is wisselen zich af met lange stranden en in het binnenland kom je schattige dorpjes tegen waar eenvoud de boventoon voert. Het eiland kent gebieden waar het vlakker is (je waant je bijna in Nederland met een Italiaans tintje), en dan doemen de heuvels en het Gennargentu- of Supramonte gebergte weer op, die de oostkust en het binnenland van het eiland domineren met rotsformaties en schilderachtige valleien. Het is een eiland waar het landschap veel diversiteit kent. Er is hier voor ieder wat wils, dus ook voor de fietser – of je nu graag op de weg fietst of de onverharde paden op wilt zoeken. En of je nu van het ruige binnenland houdt, of liever de prachtige baaitjes opzoekt.

Sardinië in het najaar

Toen wij, Jeffrey en Maks, eind oktober met onze camper de oversteek maakten van Italië naar Spanje besloten we om via Sardinië te reizen. Als fiets- én wandelliefhebbers besloten we daar twee hikes en twee dagen op de fiets te plannen. In deze maand is dat perfect, want het is nog steeds lekker warm en zonnig. Het is zelfs nog net warm genoeg voor een snelle duik in de zee na een dag avontuur. En wat een verschil als we op google foto’s van het hoogseizoen bekijken; de prachtige baaien verliezen totaal hun pracht door al het toerisme. In de herfst heb je de stranden én wegen voor jezelf en het klimaat is fantastisch!

Sardinië heeft ons onwijs verbaast. De fijne Italiaanse cultuur – maar dan net even meer ‘tranquilloen de grote verscheidenheid aan landschappen zijn redenen dat wij hier absoluut terugkomen. We delen in dit artikel graag onze bevindingen en twee fietsroutes met je.

Wielrennen op Sardinië

Dit keer hadden wij onze gravelbikes mee. Maar wat zouden we graag een keer terugkomen met de racefietsen! Na een maand rondgereisd te hebben in Italië waren de wegen in Sardinië echt een verademing. De meeste autowegen hebben een goed, glad wegdek en buiten het hoogseizoen is het ontzettend rustig op de wegen. Er zijn tal van mooie routes te vinden waarbij de wegen mooi glooiend door de heuvels of bergen lopen. Niet tal van haarspeldbochten, maar lekker lang rechtdoor rijden en geleidelijk veel hoogtemeters maken; wij houden ervan. Toch meer van de haarspeldbochten en kuitenbijters? Dan kun je hier ook fantastische routes vinden. Een van de bekendere beklimmingen is de Monte Limbara; ruim 10 kilometer klimmen met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1%. 

Routetip: we begrepen van een local dat de weg tussen de plaatsjes Tortoli en Dorgoli prachtig is. Toevallig moesten wij die dag deze weg al rijden met de camper en daarom hebben we het fietsen overgeslagen. Maar we kunnen hem absoluut begrijpen. Deze weg loopt door het bergachtige gebied van de Supramonte en biedt prachtige uitzichten. Wij hebben ervan genoten vanuit de camperbus!

Gravelbiken op Sardinië

Met de gravelbike kun je nog meer kanten op. Zo kun je bergwegen pakken waar het asfalt net wat minder goed is, zoals de prachtige route naar Perde Liana – een bijzonder rotsmassief iets landinwaarts vanaf het plaatsje Tortoli. Ook dit is een route waar wij met de camper reden, maar waar we enkel konden denken: wat had dit prachtig geweest met de gravelbike! Ondanks dat we met onze camper blij waren dat de top zo goed begaanbaar was, zouden we deze route sterk afraden met een racefiets. Naarmate je dichter bij de top komt wordt het asfalt slechter, met soms grote gaten in het wegdek. Een gravelbike is dan de perfecte uitkomst om dit soort prachtige landschappen te ontdekken.

Van een local begrepen wij dat veel mooie gravelwegen zomaar ergens eindigen en dat je deze als heen-en-weertje moet rijden. Zelf hebben we toch twee mooie routes gevonden met een goede combinatie van gravel en asfalt. Deze routes delen we onderaan dit artikel.

Vriendelijke mensen én honden

Iedere gravellaar die in het buitenland fietst kent het wel; je maakt een gravelroute in een onbekend land en eindigt per ongeluk vlak bij een erf, waarvan je niet zeker weet of je daar nou wel of niet kunt fietsen. Het staat vaak slecht aangegeven en voor je het weet heb je een aantal honden achter je aan. Wij kennen dit vanuit landen als Spanje en Italië, maar op Sardinië lijkt het eilandleven iedereen wat gemoedelijker te hebben gemaakt en we hebben ons in die zin dan ook geen moment onveilig gevoeld. Zo reden we per ongeluk een erf op in ’the middle of nowhere’ waarvan precies de eigenaar aan kwam rijden en met Italiaans temperament uitstapte en onverstaanbaar begon te praten. Met zeer gebrekkig Italiaans/engels kwamen we er op uit dat we via zijn terrein verder konden rijden. Achter dat temperament schuilt bij die Sardijnse mensen ook veel vriendelijkheid en gastvrijheid. Natuurlijk zijn er genoeg uitzonderingen, maar die eilanders lijken hier net wat gemoedelijker. Net als de honden – die tussen het vee leven ter bescherming -, die komen luid blaffend op je af rennen, maar blijven op afstand en zijn niet agressief. Wij stoppen vaak wanneer de honden komen en dan is het ook al snel klaar. Het is ook best een mooi gezicht; die grote witte honden met hun waakzaamheid over de kudde, in die vredige valleien waar je enkel de bellen van het vee om je heen hoort.

Zelf gravelroutes maken op Sardinië

Er zijn nog niet veel gravelroutes te vinden op Sardinië. Je kunt gelukkig prima zelf routes maken. Wij gebruiken de app Komoot om alle onverharde paden goed door te lopen. Vermijd paden die vlak langs een erf lopen en check via Google Maps Streetview even hoe het begin van een gravelpad eruit ziet. Houd daarnaast een plan B in gedachten én bekijk verharde paden in de omgeving, dan ben je altijd zo weer terug mocht het tegenvallen.

Onze gravelroutes in het noorden van Sardinië

De eerste gravelroute start in Torralba en loopt naar Ittiri en terug. Starten in Ittiri kan ook – dit plaatsje ligt vlak onder de stad Sassari – maar let dan op dat je niet volledig naar het startpunt rijdt. De route begint met een mooi stukje klimmen op de verharde weg. Je passeert een paar mooie dorpjes, zoals Thiesi, waar je langs prachtige muurschilderingen en gekleurde huisjes fietst. Vervolgens is het tijd voor ongeveer 14 kilometer aan gravel! Het pad blijft vlak tot glooiend, met soms een klein klimmetje en een fijne afdaling aan het einde.

Vlakbij Ittiri keer je de verharde weg op, terug naar Torralba. Vanaf daar klim je in 8 kilometer naar Bànari. In dat dorpje rijd je langs een klein – typisch kneuterig Italiaans – pleintje met terrasje waar wij natuurlijk even goed gebruik van maakten. Even later keer je de laatste gravelstrook op. Eventueel kun je hier ook over de weg blijven fietsen. Het is ongeveer even lang en beide routes bieden prachtige uitzichten.

Check de eerste route hier op Komoot.

De tweede gravelroute telt een stuk minder kilometers, maar geloof ons; met deze ben je wel even zoet. Het begin van de route loopt over een prachtig pad langs de kust, maar wees niet bang voor een beetje hike a biken af en toe. Je wordt namelijk beloond met de mooiste uitzichten over de zee en het rijk voor jou alleen.

Vanaf ons startpunt – een camperterrein aan de kust van het kleine dorpje Valledoria – zijn we dus de eerste 5 kilometer aan het gravellen, hike a biken en genieten. Daarna kom je aan bij een idyllisch baaitje. Laat je daar niet te veel afkoelen, want vanaf daar is het drie kilometer lang klimmen geblazen op de verharde weg met aan het begin percentages tot 14%. Je blijft een tijdje op de weg rijden, tot je linksaf keert. Daar waan je je al snel weer op de gravelpaden. Je waant je hier ver weg van het verkeer en komt hooguit wat koeien of schapen tegen. Het is een fantastisch gravellandschap. Je keert weer bijna tot aan zee, maar buigt weer af naar het zuid-oosten. Daar wacht namelijk nog een laatste, prachtige gravelstrook over een oud treinspoor. Na best wat technische stukjes op deze route is dit een heerlijke beloning. Het is bijna ontspannen, dit laatste stukje terug naar de kust. Via de weg rijdt je de laatste kilometers weer terug naar de parking.

Check hier de tweede route op Komoot.

Conclusie

Of je nu wilt gravellen of wielrennen (of natuurlijk mountainbiken) op Sardinië, je kunt hier echt alle kanten op. Het is een bijzonder eiland met enerzijds de berglandschappen met bijzondere rotsformaties en echte bergdorpjes, en anderzijds de echte kustplaatsjes met helderblauwe zee. Door de diversiteit in het landschap kan iedere fietser hier fijne en uitdagende routes vinden. En vergeet niet je zwemkleding mee te nemen; de prachtige kust vraagt om een duik na afloop van je rit!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Threads
WhatsApp
nl_NL