In de zomer trekken wij voor een meerdaagse trip naar het kanton Valais. Ons programma vooraf is om je vingers bij af te likken. Met de trein naar Brig. Van daaruit eerst de klim naar Moosalp tackelen, de volgende dag de drie-eenheid Nufenen-Furka-Tremola (Gotthard). Daarna naar Crans-Montana en daar nog een beetje plezier maken. Een geweldig vooruitzicht. We treffen op deze trip ook weer een oude bekende: Alain Rumpf. Als gids en fotograaf gaat hij ons avontuur in beeld brengen. Fietsen in Zwitserland en zeker in Valais is altijd een feestje. Alleen met het weer moet je rekening houden. Sometimes we get lucky, and sometimes we don’t. Hoe ons programma er uiteindelijk uitzag? Dat lees je in dit artikel.

Tekst: Sander Kolsloot – Foto’s: Alain Rumpf

Basecamp Brig

Voordat we afreizen naar Valais gaan we aan het puzzelen. Want als we zowel Moosalp, Crans Montana als de hele drie-eenheid willen doen, dan is een basecamp ergens in het midden wel handig. Uiteindelijk komen we uit in het stadje Brig, in het Ambassador Hotel. Dit hotel ligt vlakbij het station en heeft alle faciliteiten die je minimaal nodig hebt voor een goede fietsvakantie. Het stadje zelf heeft een leuk centrum, met een soort kasteel. Het station is dus goed bereikbaar en biedt ook goede mogelijkheden om later nog richting obergoms te reizen of richting Crans Montana. Tot zover niks te klagen.

When life gives you lemons

We reizen uiteindelijk met de trein af richting Brig. Alles gaat heel soepel. Enige minpunt is dat we de fietsen niet mee kunnen nemen, dus zijn aangewezen op huurmateriaal. In dit geval krijgen we twee basis Scott fietsen. Niet slecht, maar ook geen wereldmateriaal. Eenmaal in Zwitserland aangekomen maken we een gedwongen tussenstop in Bern. Terwijl we op zoek gaan naar (de roots van) Fabian Cancellara checken we ook nog de weersvooruitzichten. In de bergen is het weer nogal veranderlijk en het kan van de een op de andere dag veranderen. Al dagenlang wordt er voor onze geplande trip naar Nufenen-Furka een compleet armageddon voorspeld. Dat blijft zo. We appen alvast wat met Alain over alternatieven, maar het ziet er somber uit. Eenmaal aangekomen bij het hotel treffen we Alain. Na een hartelijke ontmoeting nemen we de dagen door: ‘day 2 is going to be horrible’, zegt hij, ‘probably no cycling at all’. We gaan aan de slag met een back up plan, maar veel verder dan een dagje in de thermale baden van Leukerbad lijkt er niet in te zitten.

Klim naar Moosalp

De beklimming van deze berg, die leidt naar een hoogte van 2048 meter, heeft vele varianten. Je kunt ‘m technisch gezien van drie kanten aanvangen, waarbij twee varianten eenzelfde einde hebben. Wij kiezen voor de variant via Turtmann. De gekozen beklimming is eigenlijk in tweeën geknipt. Eerst rijdt je naar het dorpje Eischol met daar al pittige percentages. Dan is het even vlak en zelfs een klein stukje dalend richting Unterbach. Vanaf Unterbach is het alleen nog maar omhoog en daar zit ‘m het venijn. 

Rommelige aanloop

Het eerste deel van onze rit is rommelig. Het asfalt is niet bepaald goed en we moeten best wel wat draaien en keren. Eigenlijk ben ik hierdoor een beetje afgeleid van de omgeving, die in combinatie met de zomerzon, eigenlijk schitterend is. We worden omgeven door o.a. de Breitlauhorn waar de sneeuw nog op te zien is. Sowieso is het enkel ‘berg’ wat we om ons heen zien. Wallis staat ook bekend om de hoeveelheid en de hoge bergen. Met meer dan 40 toppen boven 4000m is het kanton werkelijk uniek. De hoogste top is de ‘Dufourspitze’ die je bij de klim naar Zermatt goed in het oog kunt krijgen. De Dom, met 4545m de twee na hoogste berg, krijgen we later in de middag goed in zicht. Na een rit van ongeveer 25 kilometer gaan we over de rivier de Rhone linksaf de bergen in. Het feest kan beginnen!

All the way up!

De beklimming van vandaag naar Moosalp is er eentje met schitterende vergezichten. Vanwege de ligging en vanwege de nabijheid van het dal heb je al vroeg in de beklimming een prachtig uitzicht. Met name ook naar de ‘overkant’ waar de hoge toppen je vrolijk toelachen. Her en der is ook al een wijnrank te ontdekken. Want ook dat is Valais/Wallis: het grootste wijngebied in Zwitserland. Dat zullen we later tijdens ons bezoek nog zien als we richting Crans-Montana rijden.

Rustig

Eerder gezegd, deze variant van de klim naar Moosalp wordt weinig gereden. Op Strava rijden we makkelijk in de top 200 allertijden, ondanks fotostops en vooral mijn tempo, dat nogal te wensen overlaat. Het eerste stuk richting Eischol is het fijn peddelen, zonder veel verkeer. Grotendeels tussen de bomen, met af en toe een opening om naar het dal te kunnen kijken. Het is een snelle blik want ik moet ook flink op de trappers blijven duwen. Het is een venijnig stuk, met uitschieters richting de 10-11%.  Het eerstel deel kom je eigenlijk niet onder de 8% stijging. Das niet mis!

Het leuke van fietsen met een gids: je hoeft nergens over na te denken. De route is duidelijk, zeker bij een gids als Alain. Het enige wat ik echt hoef te doen is achter mijn twee reisgenoten aanfietsen. Heerlijk. Als we in het dorpje Unterbach gestopt zijn bij een (van de vele) fonteintjes om water bij te vullen, maken we nog even een paar plaatjes. Dat is ook het voordeel van Zwitserland. Als je daar met slechte foto’s vandaan komt, dan gaat er toch iets niet goed. De fonteintjes vind je in principe in elk dorp. Handig, zo zit je eigenlijk nooit zonder (vers) water.

Deel twee: we’ve had the hardest part

Als je blind vertrouwt op een gids, dan kom je nog wel eens voor een verrassing te staan. Oom eerlijk te zijn, de benen waren niet perfect voor onze eerste etappe. Beter gezegd, er zat beton in. Dus na het eerste deel van de beklimming tipte Alain al: vanaf hier wordt het alleen maar beter, ‘we’ve had the hardest part’. Niet dus. Zowel Ruben, fotograaf, contentmaker maar ook goed amateurcoureur, als ik zwoegen naar boven. We maken nog wat extra meters voor de foto, maar het is echt een pijnlijk stukje klimmen. De klim naar Moosalp is een pijnlijke bedoening. Eenmaal boven worden we blij verrast door een groot rood aankondigingsbord: hier finisht in 2022 een etappe van de Ronde van Switzerland. Wij zitten er klaar voor.

Lunch op de top

We parkeren de fiets bij restaurant Moosalp en laten de innerlijke mens goed kennis maken met de typische Zwitserse keuken. Tip van de local: de raclette is erg goed en wordt nog traditioneel gemaakt. Ook het bord pasta wat voor ons stond is een absolute aanrader. Je vindt op elke bergtop in Zwitserland wel een lokaal restaurant dat goede, degelijke gerechten serveert. Dit is echt wel uniek voor Zwitserland.

Downhill

Na de lunch duiken we de afdaling in. Waarschuwing voor de durfals: deze afdaling is heel smal, er rijdt een bus omhoog die weinig om jou denkt en er zijn maar een paar bochten die je goed en met vrij zicht kunt aansnijden. Daarom is rust en voorzichtigheid geboden, tenminste, als je graag leven beneden aan wilt komen. Dat geeft dus ook wel tijd om even naar links en rechts te kijken. Het uitzicht over de vallei (een zijtak van de hoofdvallei in Valais) is er weer eentje om in te lijsten.

Eenmaal beneden rijd je een stuk over een wat drukkere weg, maar die loopt gelukkig af. Lekker vaart maken, alhoewel we daar ook door een automobilist bijna over het hoofd worden gezien. We leven nog, maar de schrik zat er even in.We draaien uiteindelijk met bijna 90km en fiks wat hoogtemeters tevreden bij het hotel binnen. De fietsen netjes opgeborgen en aan het diner, wat een fijne dag. De Klim naar Moosalp is zeker in onze variant een aanrader!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *