In de bijna 20 jaar dat ik zelf op de fiets zit heb ik een aantal keer geluk gehad. Niet alleen heb ik een aanrijding met een auto zonder al te veel kleerscheuren overleefd. Ook heb ik twee maal een 360 graden salto en een val op gravel zonder grote verwondingen kunnen verwerken. Een van de redenen dat ik redelijk ongeschonden uit de strijd kom, is de manier waarop ik fiets. Veilig fietsen is wat anders dan fietsen. Zeker in de stad. In de afgelopen tijd heb ik weer vele bijna ongelukken of valpartijen kunnen zien. Een van de belangrijkste redenen: het eigen gedrag van de fietser in combinatie met andere weggebruikers. Daarom hier 6 tips om veilig thuis te komen. Want veilig fietsen heb je vooral zelf in de hand.


1. Kijk naar de ogen van andere bestuurders
Dit is een tip van een ambulance bestuurder. Veel weggebruikers, of ze nu in de auto zitten of op een fiets of scooter, hebben weinig oog voor de rest van de wereld. Afgeleid door apparaten, door personen die tegen hun praten of door navigatie aanwijzingen. You name it, maar afleiding is overal en in een split second is een ongeluk gebeurd. Daarom is het belangrijk dat je probeert oogcontact te maken met een autobestuurder waar je achter zit. Ook als je een andere bestuurder voorrang moet verlenen, let dan op de ogen van die bestuurder. Heeft ‘ie jou gezien? Als je het niet zeker weet, haal dan even de snelheid eruit en hou de handen bij de remmen. Better safe than sorry.
2. Verlaag je snelheid drastisch in de bebouwde kom
In de stad Utrecht, mijn thuisstad, is de fiets in het voordeel. Brede fietspaden en goede mogelijkheden om snel de stad uit te komen. Maar zeker ook in Utrecht gebeuren veel ongelukken met fietsers. Het brede fietspad bij Tivoli Vredenburg is daar een mooi voorbeeld van. Iedereen heeft haast en wil inhalen, wat zorgt voor gevaarlijke capriolen van andere weggebruikers. Als je op de racefiets of gravelbike in de stad rijdt, pas je aan aan het andere verkeer. Zeker als iemand een koptelefoon op heeft, dan hoort of zie ie jou niet, ook niet als je met je mooie bel heel hard belt. Dan maar 15 of 20 kilometer per uur, maar liever dat dan met een gevouwen fiets in de ambulance.

3. Trekkers en andere werkvoertuigen ontwijken
Op mijn meest recente rit heb ik het nog gezien. Een trekker die op een ventweg moest rijden, omdat de trekker niet op de provinciale weg mocht. Een fietser die erachter zat en z’n irritatie niet kwijt kon. Op het laatste moment gaat hij er langs en ziet vervolgens het paaltje op de weg over het hoofd. Boem, pats, val. Schouderpijn en een gebroken moraal tot gevolg. Ook hiervoor geldt: blijf gewoon achter dit voertuig, zorg dat de bestuurder je ziet en als je passeert, zorg dan dat je genoeg ruimte hebt en weet wat er voor je aan komt. Als je dat niet goed weet, dan is het beter om er maar achter te blijven. Adem in, adem uit en je kunt meestal snel weer door.
4. Zichtbaar door verlichting, ook overdag
Zeker in de winterperiode is het licht overdag matig. Kledingfabrikanten kiezen er ook vaak voor om donkere kleuren in de wintercollectie te verwerken. (tip: Etxeondo heeft lekkere felle kleuren. Dus altijd zichtbaar!) Resultaat: fietsers zijn slecht zichtbaar. Daarom is het raadzaam om zeker in de winter ook overdag met verlichting te fietsen. Dat kan met een simpele achterlamp die oplicht als je remt, of met een klein voorlampje. Dat hoeft niet direct een bouwlamp te zijn, maar de kleine lampjes van de HEMA zijn niet wat je wilt. Deze SIGMA combinatie is heel erg fijn en zorgt voor ideale zichtbaarheid. Dat maakt veilig fietsen een stuk gemakkelijker.

5. Leer om te rijden in een groep
In een groep rijden is een vaardigheid. Te vaak zie ik mensen in een groep rijden die dat niet gewend zijn, maar ook denken dat ze in de Tour de France rijden. Het zijn ook vaak mannen moet ik toegeven. Wat krijg je dan? Onveilig oversteken, vergeten te signaleren, te veel of te weinig ruimte laten, ineens middenin de groep met handen los gaan rijden of onverwachte bewegingen maken. Het profpeloton of uberhaupt een peloton is een groep die samen kan rijden omdat er ongeschreven regels zijn. Omdat men weet wat er gebeurt en hoe men reageert. Als je in een groep rijdt en je kent elkaar niet, dan moet je voorzichtiger zijn en van te voren goede regels afspreken. Dan kom je meestal veiliger thuis.

6. Check je fiets voor je vertrekt
In oktober hadden we in ons groepje een valpartij. Dat kan gebeuren, alleen overheerst bij mij nog steeds het gevoel dat we dit hadden kunnen voorkomen. Waarom? Een van de remmen van de fiets was niet helemaal goed afgesteld. Te weinig remkracht. Dat hadden we kunnen aanpassen bij de winkel, maar ja, snelheid, haast, ‘geen zin’. Daarom is het goed om van te voren een paar basis checks te doen:
- Doen je remmen het goed? Dat betekent dat je de remgreep niet helemaal tot aan het stuur kunt inknijpen en dat je wiel gelijk stopt als je remt. Check dus ook even of de remblokjes nog voldoende rubber hebben.
- Balhoofd check: knijp je remmen in en duw je fiets naar voren als je stil staat. Voel je speling? Dan zit je balhoofd los. Aandraaien dus
- Banden check: loop even snel met je hand je bandjes na. Zitten er remvlakken op? Of zie je toevallig een stukje glas? Even wisselen. Zorg ook voor de juiste bandendruk
- Kun je nog goed genoeg schakelen? Loopt ie lekker of tikt ie? Als je niet goed kunt schakelen, is de kans op een aflopend eketting groter. Zeker in een groep een groter risico voor een val.
BONUSTIP: Draag ALTIJD een helm
Deze tip zou overbodig moeten zijn, maar zeker op de racefiets maar ook in het bos op de gravelbike is een helm wat mij betreft verplicht. Zelfs met een helm op, kun je je hoofd nog flink bezeren, een hersenschudding overhouden of soortgelijk. Zonder helm wil ik eigenlijk niet weten hoe je hoofd eruit ziet na een intense knuffel met een boom of met het asfalt. Een helm heeft mij meerdere keren gered. Een helm is persoonlijk, dus laat je goed adviseren. Liever eentje die 15 gram zwaarder is, maar lekker zit dan het laatste hippe model.