De hel van ’22: de Fietselfstedentocht door weer en wind

Het is stralend blauw en tropisch warm als ik deze blog typ. Hoe anders was dat een paar weken geleden tijdens de Fietselfstedentocht? Wat een volksfeest voor Friesland als vanouds had moeten worden, veranderde in puur afzien voor zo’n 10.000 fietsers. Het stroomde van de regen, het waaide keihard en het was amper 15 graden. Van de 15.000 deelnemers verschenen er al zo’n 3.000 niet aan de start. Nog eens 2.000 stapten onderweg uit wegens onderkoelingsverschijnselen. En daarmee was het volgens de organisatie ‘een van de zwaarste Fietselfstedentochten ooit’. De hel van ’22: de Fietselfstedentocht door de ogen van Nynke Cuperus.

Het is 4.15 uur als de wekker op de camping in Oudemirdum gaat. Het heeft de hele nacht keihard geregend. Uit voorzorg hebben m’n vriend en ik ons tentje maar in de voortent van de caravan van mijn ouders geparkeerd. En dat is maar goed ook. Als ik de tent uitstap, zie ik dat precies op de plek waar onze tent eerder stond, een mini-vijver is ontstaan. Daarna denk ik aan de regenachtige dagen waarop ik als scholier naar Groningen fietste. Ik vocht zo’n 12 kilometer tegen de wind en kwam doorweekt en gefrustreerd thuis. Bij het vooruitzicht dat mijn dag er zo uit gaat zien, maar dan 235 kilometer lang, zakt de moed me wel een beetje in de schoenen.

Let’s do it!

En toch besluiten we ervoor te gaan! Een Elfstedenkruisje verdien je immers niet zomaar. We stappen in de auto en komen rond 05.30 uur –  veel te vroeg –  aan in Bolsward, waar de start is. We blijven daarom nog even lekker in de auto zitten en aanschouwen andere deelnemers. Het is een treurig gezicht. Ze zijn al doorweekt voordat ze überhaupt op de fiets zitten. Ik check tientallen keren de weerapps op mijn telefoon en heb goed nieuws: rond 7 uur lijkt het droog te worden én te blijven voor de komende uren. Wat een mazzel dat we pas om 06.52 uur starten!

Bolsward is nog ver… 

Redelijk optimistisch vertrekken we naar de start. Het is droog! Wie weet valt het vandaag toch nog mee. Maar dat had ik beter niet kunnen zeggen; want nog voordat het startschot klinkt, barst het los en houdt het de rest van de dag amper op met regenen… Na 18 kilometer komen we aan in Harlingen. Daar wacht de eerste stempelpost op ons. “18 kilometer en doorweekt”, app ik naar m’n fietsvrienden. “Bolsward – waar ook de finish is – is nog ver…”

De hel van het noorden

Na Harlingen gaat het boven verwachting lekker. De ‘Hel van het Noorden’ – zoals het stuk tussen Franeker en Bartlehiem wordt genoemd – is vandaag onze beste vriend. De harde wind blaast ons namelijk razendsnel van stad naar stad. Voor we het weten, staan we al in Dokkum en is de kop eraf. Nog 158 kilometer te gaan!

Maar een ieder die de Elfstedentocht eerder heeft gefietst, geschaatst of op welke manier dan ook heeft volbracht, weet dat het pas echt begint na honderd kilometer. Dat is vandaag niet anders. Van Dokkum naar Leeuwarden en verder naar Bolsward krijgen we namelijk dikke bak tegenwind. Mijn vriend fietst op een mountainbike en vangt enorm veel wind. Het is voor hem daardoor lastig om een groep wielrenners bij te houden. Van het tempo eerder hadden, is nu niets meer over. Vervolgens begint het ook niet normaal hard te regenen. De lol is er nu wel echt af…

Lang leve slecht weer! 

Zijn er dan ook nog voordelen aan zulk slecht weer? Jazeker! Het valt ons op dat we in veel steden slechts een paar minuten in de rij staan voor een stempel. Dat is heel anders dan in 2018. Vooral in Holwerd en Leeuwarden stonden toen wel bijna een uur te wachten. Wat een verschil! De Fietselfstedentocht bestaat uit twee lussen. Naast dat je start en finisht in Bolsward, kom je na zo’n 135 kilometer ook door Bolsward. En als we op dat punt zijn, staat er helaas wél een lange rij voor de stempelpost. Doordat we de flinke buien op ons hoofd hebben gehad en een koude wind langs ons raast, zijn we al tot op het bot doorweekt en koud. De minuten die we daarna stilstaan voor de stempelpost zijn daardoor ‘killing’. We staan te klappertanden en krijgen nog amper onze verlepte stempelkaart uit het zakje. En we realiseren ons dat als we niet snel warmer worden, het niet verstandig is om door te fietsen. Gelukkig krijgen we na de stempelpost een warm soepje. Dat doet ons goed. We fietsen daarna flink hard om weer iets op te warmen. Op naar deel twee: de laatste 97 kilometer.

Gastvrij Friesland

En die kilometers zijn pas echt afzien. Waar de lol er in Leeuwarden al wel vanaf was, is het nu ronduit vreselijk. Maar wat opvalt is het enthousiasme van de Friezen. In alle dorpen en steden hangen vlaggen en spandoeken. En het mogen dan een handjevol mensen zijn – maar in elk dorp of stad staan er Friezen ons aan te moedigen. Sommige mensen zitten met de hele familie te borrelen in de schuur, anderen staan bier te drinken onder een partytent in de voortuin of staan zelfs onder een ‘pluutje’ langs de kant van de weg. En vergeet ook niet al die vrijwilligers die die fietsen repareren, het verkeer regelen, eten uitdelen en stempelen. Helaas was het onmogelijk om met zoveel regen en deelnemers er foto’s van te maken, maar het enthousiasme en de gastvrijheid van de Friezen is zó leuk aan dit evenement.

Droge kleren en een warme hap

Een ander lichtpuntje aan deze tocht is de gedachte dat er na ongeveer 190 kilometer droge kleren en warm eten op ons wacht op de camping in Oudemirdum. Chagrijnig en rillend komen we de caravan binnenstormen, waar mijn moeder het eten al op tafel heeft staan. Wraps smaakten nog nooit zo lekker en droge kleren waren nog nooit zo fijn. Tien minuten later verlaten we de caravan weer net zo snel als dat we binnenkwamen, maar wat een fijne pauze was dit! Als we op de fiets zitten, krijg ik het zelfs weer een heel klein beetje warm. Voor zo lang het duurt, want nieuwe buien barsten al snel weer los. 

Rustig aan langs het IJsselmeer

Er wacht nog een pittig stuk op ons; we krijgen de wind namelijk vol op kop langs het IJsselmeer. De omstandigheden zijn zo dramatisch dat het ons niet gaat om hoe hard we gaan, maar om uitfietsen. We blijven daarom lekker achter een groep plakken die niet al te hard gaat, maar wel de wind voor ons opvangt. En zo vinken we de laatste steden af. Op naar de finish! 

Eén ding is zeker; het wordt alleen maar beter

Fietsen is fantastisch, dat weet jij als fietsliefhebber vast als geen ander. Maar laat ik eerlijk zijn; 235 kilometer ploeteren in deze omstandigheden doe je niet voor je lol. Als we aankomen bij de finish halen we zo snel mogelijk ons kruisje op en springen we in de auto. Op naar een warme douche, eten en bed!

Maar laat je na het lezen van deze blog vooral niet afschrikken. De Fietselfstedentocht is een fantastisch evenement dat niet draait om zo hard mogelijk fietsen, maar om genieten. Zo slecht als deze editie zal het vast niet snel meer worden en ik weet zeker dat een volgende editie wél weer een groot volksfeest is met overal barbecuende mensen, dweilbands en liters bier. Zie ik je dan bij de start?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *