Als ik in de trein richting het bergmeer Lac de Joux rij, midden in de Zwitserse Jura, heb ik al een fantastisch uitzicht over de afgesleten toppen die zo kenmerkend zijn voor dit gebergte. Eenmaal op de bestemming wordt het alleen maar mooier: het meer, wat op boven de duizend meter hoogte ligt, glinstert in de zon terwijl het wordt omringt door groene beboste bergen. Fietsen in Vaud, prachtig divers!

Foto’s en tekst: Merlijn Spenkelink, Alain Rumpf

Tour de France

Geen wonder dat de Tour de France hier op negen juli langs rijdt voor de achtste etappe, die in het Zwitserse Lausanne finisht. De eerste etappe van het Zwitsers tweeluik in de Tour dit jaar. De start van deze etappe is nog in Frankrijk, maar via een korte passage door de Jura gaat het parcours Zwitserland in. Vanaf het prachtige bergmeer verkennen wij de laatste vijftig kilometer van deze etappe samen met onze Zwitserse gids Alain Rumpf.

Vanaf het Lac de Joux is er geen tijd om op te warmen; we beginnen meteen aan de Col de Pétra Félix. Hoewel het een echte col is stelt ie vanaf deze kant weinig voor: 6,7% voor slechts twee kilometer doet gelukkig niet echt pijn aan de benen. Vanaf daar volgt een lange afdaling richting Lac Léman, het meer van Genève, een van de grootste meren in Europa. Het eerste stuk van de afdaling is snel, overzichtelijk en niet technisch. Perfect om de remmen los te laten en op volle snelheid naar beneden te duiken. Aan de voet van de Jura maken we de overgang naar de Zwitserse hoogvlakte, waar we rustig verder afdalen door een prachtig glooiend agrarisch landschap. Velden vol goudkleurig koren, kleine prachtige dorpjes en oude boerderijen vormen het decor voor het laatste gedeelte van deze Touretappe. De regie gaat hier ongetwijfeld van smullen!


Vers asfalt

Zoals je waarschijnlijk wel begrijpt is het voor de Tour belangrijk dat de wegen in orde zijn. Slecht, hobbelig asfalt is misschien geen ramp als je in je eentje fietst, maar in een groot peloton kan dat behoorlijk gevaarlijk zijn. Dat betekent in de praktijk vaak dat er grote stukken wegdek opnieuw worden geasfalteerd, en dat is ook hier het geval. Met name in de vele kleine dorpjes waar we doorheen rijden ligt glad, onlangs gelegd asfalt, wat natuurlijk heerlijk is om op te rijden. En niet alleen de Tour is hier blij mee: ook de lokale bewoners zijn vaak maar wat blij dat de weg een grote onderhoudsbeurt krijgt.


Lausanne

Eenmaal bij Lac Léman aangekomen volgen er nog een stuk of tien praktisch vlakke kilometers richting Lausanne. Een prachtige heuvelachtige studentenstad, waar ook het Internationaal Olympisch Comité gevestigd zit. Via een korte omweg rijden we nog even langs het hoofdkantoor van het IOC, om daarna aan de slotklim te beginnen. Maar niet voordat we eerst wat hebben bijgetankt in de vorm van een Carac: een typisch Zwitsers gebakje met een felgroene kleur. De zachte vulling van chocola blijkt de perfecte brandstof, want we vliegen de slotklim op. We rijden vrijwel door het centrum omhoog over en brede weg, waarbij we soms door auto’s en ander verkeer heen slingeren.

Na een technisch stuk met wat lastige bochten komen we op een kort vlak stuk terecht waar we iets kunnen herstellen, om de laatste anderhalve kilometer naar de finish weer gas te geven. Op zo’n kilometer van de finish zit het steilste stuk: hier stijgt het wegdek geruime tijd flink boven de tien procent. Is dit de plek waar de strijd om de etappe beslist gaat worden? Hierna vlakt de klim langzaam af, en met het oude Olympische stadion op de achtergrond ligt de finish op een prachtige plaats. Gaat dit de ultieme strijd worden tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert?


Olympisch Museum

Het Internationaal Olympisch Comité is gevestigd in Lausanne. Dat is natuurlijk een goed excuus om een fraai Olympisch Museum neer te zetten, inclusief restaurant. Na een heerlijke lunch waarbij je vanaf het terras een wijds uitzicht hebt over Lac Léman duiken we het museum in. Hier kan je werkelijk alles vinden rondom de Olympische Spelen. Van de complete geschiedenis tot aan hoe de uitzendingen werken, en natuurlijk de vele sportrelikwieën die de Spelen hebben opgeleverd. Zo vind je er een honderd jaar oude bobslee, maar ook de tijdrithelm van Fabian Cancellara en de beruchte Lotus tijdritfiets waar Chris Boardman op reed. 


Regen

Als we de volgende ochtend wakker worden blijkt het weer helemaal omgeslagen. Het is grijs, regenachtig en een stuk minder warm. Stiekem zijn we hier eigenlijk wel blij mee. De afgelopen dagen was het met ruim dertig graden toch iets te warm voor ons Nederlanders. We nemen voor de verandering ruim de tijd voor het ontbijt. Als het rond half elf begint op te klaren stappen we uitgerust op de fiets. We zetten vandaag koers richting Villars-sur-Ollon, een klein bergdorpje waar de Tour ook zal passeren.

Montreux Riviera

Vanuit Lausanne zitten we snel weer op het parcours van de Tour de France. De weg kronkelt hier door de prachtige Zwitserse wijngaarden van de Montreux Riviera. We rijden de Côte de Bellevue op, de eerste klim in deze bergetappe. En wat voor een! Langs de prachtige groene wijngaarden en door smalle straatjes in kleine dorpjes komen we steeds hoger. Het Lac Léman is continu rechts van ons zichtbaar, met de Franse Alpen daar weer achter. Achter ons verdwijnt Lausanne langzaam in de verte, terwijl voor ons de Alpes Vaudoises alweer opdoemen.  Waar het tourparcours langzaam richting het noorden gaat om zo de Col de Mosses te beklimmen, rijden wij zuidelijk richting Aigle. Door de vallei van de Rhône rijden we naar onze slotklim: Villars-sur-Ollon ligt zo’n 850 meter hoger.

Verkoeling

Maar eerst nog een stukje brommeren door de vallei. Vlakke wegen en de wind heerlijk in de rug zorgen ervoor dat we het tempo hoog kunnen houden. Bij zijwind geven we onze Zwitserse vrienden nog een kort lesje waaierrijden. Dat is iets waar ze in Zwitserland toch minder ervaring mee hebben. 

Het kwik stijgt weer snel vandaag. We zoeken verkoeling in een van de vele waterfonteinen die je overal tegenkomt in Zwitserland. Dat is ook wel nodig voor we beginnen aan de klim. Je kan via meerdere wegen in dit bergdorpje komen, en een daarvan is de bekende Col de la Croix. Onze gids Alain komt uit deze regio en kent de wegen op z’n duimpje. Hij neemt ons mee over prachtige rustige weggetjes. Het eerste stuk van de klim gaan we omhoog via een prachtige gorge. In deze diepe kloof loopt een klein asfaltweggetje parallel aan een rivier. Via smalle slingerende bergweggetjes komen we aan in Gryon, thuisbasis van gids Alain. Van hieruit zijn we via glooiende wegen met een paar kilometer in Villars. Het laatste stuk naar het hotel loopt nog gemeen omhoog over vers asfalt. Over deze weg zal de Tour de France afdalen richting Aigle, na de beklimming van de Col de la Croix vanuit het noorden.

Kan jij ook niet wachten tot de Tour de France begint? Lees dan alvast ons artikel over de eerste drie dagen in Denemarken. Dat doe je hier en hier. Binnenkort meer over de Tour 2022 en hoe jij daar ook mooi deel van kunt uitmaken.

Tourroute

De route die bij deze regio hoort en door de organisatie ASO is bedacht vind je in onze collectie over de Tour de France.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *