Tijd voor een uitgebreid verslag van mijn ervaring om te fietsen in de majestueuze Dolomieten. Samen met Rik, die al eerder een gastblog schreef over hoe hij dezelfde trip naar de Dolomieten heeft beleefd, ging ik (Ruben) deze zomer een weekje op verkenningstocht. Voor mij was dit de allereerste keer dat ik mij tussen de rotspieken in dit fietswalhalla begaf. Het werd een reis om nooit te vergeten, om meerdere redenen…
Van Nederland naar Italië
Het beschikken over een metgezel waar je goed mee kunt babbelen is een pré wanneer je de auto pakt. Vanaf centraal Nederland is het toch al gauw zo’n goede 14 uur rijden (rekening houdend met circa 2 uur aan rusttijd). Gelukkig zit dat in ons geval meer dan goed, en reden we op ons gemak door Duitsland en Oostenrijk naar Italië. Onderweg nog gestopt voor een smoothiebowl in Heidelberg, want goed en gezond eten is natuurlijk belangrijk als je nagenoeg de hele dag in een hoek van negentig graden in de auto gevouwen zit. Op zich is de weg naar Tirol alleen al een feestje. Ter hoogte van Garmisch-Partenkirchen begint het hooggebergte, en zijn de uitzichten zelfs vanaf de snelweg magnifiek.
Een warm welkom in Hotel Melodia del Bosco
Uiteindelijk kwamen we ‘s avonds tegen 20.00 uur in het donker aan bij Hotel Melodia del Bosco. Een eerste indruk is altijd bijzonder, maar we waren direct bijzonder enthousiast over het voorkomen van ons onderkomen. En het uiterst warme welkom bekrachtigde ons enthousiasme des te meer. Het hotel is luxe en comfortabel uitgerust. En dat voor een bijzonder schappelijke prijs.
Over het eten…
Na aankomst konden we direct aanschuiven voor het diner. En daarmee vielen we met onze neus in de boter! Allereerst een groot compliment voor de bediening. Gedurende de hele week zijn we subliem verzorgd tijdens het ontbijt en diner. Het ontbijtbuffet was uitgebreid en voorzien alles wat je nodig hebben, zelfs bij dieetwensen. En het diner was dagelijks een feestje. Je kunt kiezen uit twee menu’s: een vlees- of vismenu, en een vegetarisch menu. De porties waren perfect, en het aanbod zeer divers.
Van alle gemakken voorzien
Het hotel is van alle gemakken voorzien. Een ruime opbergschuur, uiteraard met slot, voor de fietsen inclusief gereedschap, smeermiddelen en een afspuitplek. Daarnaast is het hotel uitgerust met een sauna, en kan je zelfs je schoenen drogen in de opbergruimte met een machine die in de winter voor skischoenen wordt gebruikt. Daarnaast zijn de sauna en wellness een zeer welkome pré. Je kunt een massage in de vroege morgen reserveren, zodat je de spieren klaarmaakt voor je volgende uitdaging die dag. Kortom: Hotel Melodia del Bosco is een paradijsje voor de sportieve fietser.
Dag 1 – Een goede voorbereiding is het halve werk
Na heerlijk geslapen en ontbeten te hebben, was het tijd voor de eerste rit. Een moment waar we uiteraard reikhalzend naar uit hebben gekeken. De fietsjes waren er helemaal klaar voor, het zonnetje scheen, en de focus lag volledig op een eerste dag genieten. De routes maakten we op de ochtend zelf, of een dag van tevoren voor het slapen. Deze eerste dag leidde ons over de Campolongo Pass, de Passo di Giau en tot slot over de Passo di Falzarego. De Campolongo Pass was een prima starter. Een geleidelijke klim, met niet al te gekke stijgingspercentages. Maar daarna begon voor mij de ellende…
Over de Passo di Giau: wat een monster is dat! Goed om even wat context te schetsen. Mijn ervaringen met klimmen tot dusver beperkten zich tot de Alpen, het Centraal Massief en de Vogezen. En voor stijgingspercentages met dubbele cijfers deinsde ik nooit terug. De Eyserbosweg, de Muur van Huy of La Redoute zijn met mijn stevige Nederlandse bouw en talent voor sprinten geen enkel probleem. Maar om mijn lijf kilometers lang stijgingspercentages van rond de 10-11% voor te schotelen was ik niet gewend. En dus had ik er geen rekening mee gehouden dat ik met een 36-28 als kleinste verzet bekaaid vanaf zou komen. Ik trapte op mijn slechtste momenten een cadans van rond de 40, waardoor de verzuring zo hard in de benen liep dat ik zo’n tien keer heb moeten stoppen. Au. Daar was ik dus niet op voorbereid…
Gelukkig had ik die middag bij de tweede bikeshop al raak, en kon ik die middag nog een 11-32 cassette monteren. En dat kwam goed uit, want de eerste dag was voldoende om te concluderen dat loeistijle paadjes geen uitzonderingen betreffen in de Dolomieten.
Deze route begint met de Campolongo. In deze hoedanigheid een lekkere amuse, die inleidt wat komen gaat. Schrijf maar vast op: de Passo di Giau vanuit Selva di Cadore en de Passo di Falzarego vanuit Pocol horen absoluut op je bucketlist. De Passo di Giau is zwaar, maar je wordt beloond met een schitterend uitzicht en een waanzinnige afdaling. De Passo di Falzarego is, zeker als je de Passo di Giau als referentiekader neemt, overigens heel goed te doen.
Dag 2 – Een schitterend retourtje Pederü
Bekomen van de eerste confrontatie met de Dolomieten, besloten we dat een wat kortere rit met relatief weinig hoogtemeters niet geheel onverstandig zou zijn. Na wat onderzoek kwamen we uit op de Pederü.
Je waant je dankzij de hoge rotsen aan weerszijden in een Amerikaanse setting, en het stijgingspercentage naar het ‘eindpunt’ kabbelt continu tussen de 2-5%. Prima te doen dus, en op de top kan je heerlijk koffie drinken en een taartje eten. Het nadeel is dat je wel dezelfde weg terug moet, omdat de asfaltweg ophoudt. Toch vonden wij dit niet storend, omdat de omgeving zo divers en indrukwekkend is dat je dit haast niet opvalt.
Dag 3: De Würz- en Grödnerjoch
Vreemd dat deze twee cols voor mij met de Duitstalige naam worden betiteld, terwijl ik voor de andere cols de Italiaanse naam heb onthouden en prefereer. Iedere col heeft hier zelfs drie namen. Men spreekt hier namelijk Italiaans, Duits en Ladinisch. In het hotel sprak iedereen overigens Engels, dus maak je geen zorgen over een mogelijke taalbarrière!
De Würzjoch (of Passo delle Erbe) vanuit Mantana komt in twee delen en levert schitterende plaatjes op. Het oogt hier wat lieflijker en minder robuust. Na een magnifieke afdaling naar Klausen volgt in deze route een relatief lang stuk door het dal, voordat je linksaf slaat en begint aan de Grödnerjoch (Passo Gardena) vanuit Ponte Gardena. Dit was met 32 kilometer de langste klim die wij deze trip getrotseerd hebben. Vlak voordat je de top bereikt, passeer je een werkelijk schitterend gedeelte van de Dolomieten waar je uitkijkt op pieken tot boven de 3.000 meter.
Dag 4 – Sella Ronda vanuit Alta Badia
De Sella Ronda moet je natuurlijk gereden hebben! Dit is veruit de bekendste route van deze hoek van de Dolomieten. Een keer per jaar, op een zondag in september, is deze route overigens autovrij te rijden (Sella Ronda Bike Day).
De Sella Ronda bevat de Passo Gardena vanuit Corvara, de Passo Sella vanuit Plan de Gralba, de Passo Pordoi vanuit Canazei en de Passo Campolongo vanuit Arabba. De stijgingspercentages zijn goed te doen, en de lengte van de beklimmingen vallen mee omdat je relatief hoog blijft.
We schreven overigens al eerder over de Sella Ronda!
Dag 5 – Fedaia Madness
Vond je de Passo di Giau een monster? Nou, dan heb je nog geen kennis gemaakt met de Passo Fedaia. Het is niet de Mortirolo, maar wel ‘het nichtje van’. Het venijn zit in de staart, want na een stabiele aanloop krijg je in de tweede helft pas het echte werk. Met een maximaal stijgingspercentage van 18% en 15,6% over 100 meter krijg je toch een soort Muur van Huy middenin een zware klim. Ik vond hem vrij pittig!
Na wederom opgewarmd te zijn met de Campolongo, volgt in deze route na wat verder voorspel de Passo Fedaia. Eenmaal boven volgt er een prachtig stuwmeer, en uitzicht op de hoge pieken rondom de Grotta della Madonna. In deze route volgt na de Passo Fedaia de Passo Sella vanuit Canazei. Ook een pittige kuitenbijter, maar na de Passo Fedaia vind je alles dat minder steil is prima. Vervolgens pak je met deze route nog het staartje van de Grödnerjoch mee, om vervolgens weer af te dalen richting Alta Badia.
Dag 6 – Furkelpass en Passo Valparola
De laatste dag voelde ik de hoogtemeters in de benen zitten. De Furkelpass reed ik nog soepeltjes op, maar daarna begon de jeux echt op te raken. Desondanks was het weer genieten. Onderweg stopten we bij Lago di Misurina voor een koffie, cola en taart. Wederom een schitterende plek, maar daarna een even zo schitterende afdaling.
We eindigden met de combi Falzarego-Valparola, waar het halverwege begon te regenen. Ik zat werkelijk waar stikkapot. En omdat ik niet meer vooruit kwam, bouwde ik een behoorlijke achterstand op. Rik wachtte boven onder een luifel om de camera in veiligheid te brengen. Eenmaal boven, bleek het eerste deel van de afdaling droog. Wat een geluk! Pas toen we bijna beneden waren, brak de hel los. Het leek net een muur van regen die we inreden.
Verkleumd kwamen we aan in het hotel, waarna het ‘weer warm worden protocol’ in gang werd gezet. Eenmaal bedaard kwamen we tot de conclusie dat dit de ritten zijn die je bijblijven. Heroïsch, en daarmee een ode aan fietsen in de majestueuze Dolomieten.
Eindconclusie
De Dolomieten zijn zonder twijfel een must see. Het is er schitterend, je rijdt over overwegend goed onderhouden wegen en de ene na de andere fantastische col doemt op. Hotel Melodia del Bosco is een perfecte uitvalslocatie, ofwel ‘basecamp’ voor een waanzinnig fietsavontuur.
Een aantal tips:
- Zorg voor een goed regen- en windjack! In de namiddag ontstaat er soms een regenfront, en als je daarin rijdt kan je maar beter voorbereid zijn (of onderweg minder treuzelen dan wij deden).
- Doe af en toe een dagje rustig aan. Het is steiler dan je misschien gewend bent, en daarmee is een rit al gauw wat intensiever.
- Neem voldoende cash mee, want ze hebben nog niet bij alle koffietentjes een pinautomaat! En oh ja, een cola is er vrij duur met € 3,25…
- Een klimverzet is een absolute vereiste als je op pad gaat in de Dolomieten. Met een 34 voor en 32 achter speel je op safe.
- Drinken is key! Gelukkig kom je onderweg meer dan voldoende tappunten tegen. Als je er eentje tegenkomt, vul dan altijd bij als je een bidon leeg hebt zodat je zeker weet dat je niet zonder water komt te zitten.