Waarom Vlaanderen hét wielerhart van de wereld is (en waarom jij hier moet gaan fietsen)

Nergens in de wereld wordt ‘de koers’ zo beleefd als hier, in Vlaanderen. Italianen zijn gepassioneerd, Spanjaarden zijn luid, Fransen zijn chauvinistisch (en luid), maar in België, daar ligt het hart van de koers. In de periode tussen eind februari en begin april klopt dit hart harder dan anders. Met de Omloop Het Nieuwsblad als startschot en de Ronde van Vlaanderen als absoluut hoogtepunt. Met elke koers komt er weer een beetje meer leven in het Vlaamse wielerhart. Van Kuurne-Brussel-Kuurne, de E3-prijs, Nokere Koerse, Dwars door Vlaanderen, de Scheldeprijs, Classic Brugge – De Panne. Dit maakt Vlaanderen zo bijzonder, zo mooi en daarmee een gewilde bestemming. Wij nemen je mee op reis.

Alles begint in Oudenaarde

Voor wie graag een snelcursus ‘koers’ wil krijgen, is het Centrum van de Ronde van Vlaanderen hét beginpunt. Hier krijg je binnen de kortste keren alles te weten over de Ronde, de historie, de winnaars en winnaressen en het belangrijkste stuk wielergeschiedenis. Als je dan toch je fiets bij je hebt, kun je ook vanuit hier beginnen aan een van de lussen (rood, geel, blauw) die je langste de bekende klimmen van de Ronde leiden. Alles begint in Oudenaarde, dus de koers zelf ook. Als je er toch bent: drink een kop koffie in het Peloton café en zit op de stoel van jouw favoriete winnaar of winnares. Elke stoel heeft zijn eigen signatuur!

Lees ook:

De ronde is niks zonder de Muur

Als er één plek is die misschien wel het grootste heiligdom belichaamd in de Vlaamse wielerwereld, dan is het De Muur. In het wielrennen is er ook maar éen Muur. De rest wordt altijd volledig genoemd zoals de Muur van Hoei, de Muro di Sormano en zélfs de Berlijnse muur. Maar spreken over De Muur, dan gaat het altijd over Geraardsbergen. Officieel heet het de Kapelmuur, die ook verwijst naar de kapel die bovenop staat. In het echt zijn het lange meters over bonkige kasseien. Zijn het de verhalen van vroeger, toen de koers hier in de plooi viel. Van die ene ongrijpbare demarrage van Cancellara op wielergod Boonen. Van Museeuw, van d’n Eddy Merckx, van andere Flandriens. De Muur is een bedevaartsplek voor wielerfans en -toeristen. Hier moet je een keer geweest zijn.

Oude Kwaremont

Als ik op een zondagochtend mijn plekje inneem in de tent van de sponsor, is alles nog pais en vree. Over een paar uur stuiteren hier de renners en rensters voorbij. Nu lijkt alles nog rustig. Koffie loopt, croissantje, krantje. Een zondag in België, zoals een zondag hoort te zijn. Uit mijn ooghoek zie ik een bekende beweging. Een pomp die wordt aangezet, een hendel die naar beneden gaat. Ik kijk op mijn klok: het is 09:30. De eerste ‘Kwaremont’ is getapt.

Als De Muur een heilige plek is, dan is de Oude Kwaremont het ondeugende broertje. Met de verandering van het koersparkoers is de Kwaremont in rangorde wat belangrijker geworden. De ruim twee kilometer lange beklimming is tijdens De Ronde the place to be. Hier zie je zowel de dames- als herenkoers meerdere keren. Hier worden nu de vlammende demarrages geplaatst, want met de Paterberg even verderop is dit hét moment om de concurrentie op de pijnbank te leggen. En wat voor pijnbank. De kasseien, de mensen die je naar boven schreeuwen. Halverwege bij het dorpje denk je dat je er bent, maar dan loopt ie nog door. Het is pijn lijden, maar ook weer genieten.

What’s in a name!

Als je denkt dat je niet helemaal tot je recht komt op ‘de Muur’, ‘de Kwaremont’ of in Oudenaarde, dan heeft de ronde altijd nog iets meer in petto. Hadden we de Koppenberg al genoemd? Dit is de pijnlijke variant van de Paterberg. Allebei schotelen ze 20% voor aan de beklimmers, maar ai ai amai, dit is geen feest voor de benen. Ook de Taaienberg (Boonenberg), de Berendries, de Bosberg, Hotond, Ten Bosse en de Wolvenberg zijn stuk voor stuk uitdagingen die je benen op scherp zetten. Het zijn ook precies die namen, die je telkens weer terug doen willen gaan. Want hoe pijnlijk de Paterberg ook is, eenmaal boven denk je: heb ik toch maar geflikt!

Nog niet genoeg?

Als je nog niet genoeg hebt, kun je altijd je zelf laten kronen tot een Flandrien. Daar zijn meerdere opties voor, zoals winst in De Ronde. Een optie die voor de gewone sterveling ook ‘bereikbaar is, ligt in het voltooien van de Flandrien Challenge. Drie dagen, alle heuvels en klimmetjes uit De Ronde en Gent-Wevelgem (en de E3, DDV etc). Alles, maar dan ook alles. Aan het eind wacht de beloning: jij bent een Flandrien(ne)!

Als je graag een snellere route bewandelt: je kunt al snel in de sferen komen bij een bezoek aan het gelijknamige hotel in Parike (Brakel). Hier ademt alles koers. Overal waar je kijkt zie je de helden van De Ronde. Briek Schotte (Ijzeren Briek), Wout van Aert, Marianne Vos, Johan Museeuw. De fietscollectie, waarvan één pijler ook de echte Flandriens (en winaars/winnaressen) van De Ronde is, maken het plaatje compleet. En als Bernard zijn kennis van de Vlaamse koers ook nog deelt, dan kun je je met recht een Flandrien noemen (voor een dag dan. vooruit).

Handig om te weten

  • De koers kijken is fantastisch. Niet alleen de Ronde, maar ook die andere koersen. De Ronde heeft wel echt iets magisch. Cirkel standaard het eerste weekend van april in jouw agenda en je zit gebakken
  • Fietsen over het parcours in de dagen voor de Ronde is mogelijk. De Cycloversie van de Ronde is de zaterdag ervoor en is een mega happening. Wil je iets meer rust? Pak dan de donderdag of vrijdag ervoor. Dan is de opbouw rondom het parcours in volle gang en kun je al dat sfeertje meekrijgen.
  • Wil je het liefst gewoon rustig fietsen? Ga dan in elk ander weekend de lussen van de Ronde fietsen. Je kunt beginnen bij het Centrum van de Ronde in Oudenaarde en de lussen zijn met bordjes goed aangegeven
  • Druk in de bandjes: als je zelf gaat fietsen en je hebt nog nooit op kasseien gereden, dan kun je wel eens hard wakker geschud worden. Want kasseien stuiteren, als je te veel druk in de banden hebt. Laat er dus wat lucht uitlopen voor meer comfort
  • Openingstijden horeca: de Vlaamse horeca is soms op de meest onregelmatige tijden open of gesloten. Het Centrum van de Ronde is bijna altijd open, dus daar kun je voor of na de rit goed terecht, maar onderweg kan het nog wel eens zoeken zijn. In Geraardsbergen heb je altijd prijs, zeker in de hoofdstraat. Maar let op: ook daar kun je nog wel eens voor een dichte deur staan wegens periodiek verlof of een andere ‘uitzonderlijke sluiting’
  • Cash: Neem altijd cash mee, want bancontact (zoals pinnen in België heet) is geen zekerheidje.
  • Fietshotels: er is een groot aantal fiets-georienteerde hotels en pensions in de regio. Naast het Flandrien Hotel is er bijvoorbeeld ook het Hotond Sporthotel (op de Hotond)
  • Fiets huren? Dat kan bijna overal, zo ook bij het Flandrien Hotel. Enkel hier voor een dagje? Kijk dan ook even bij het Centrum van de Ronde
  • Routes voor de drie belangrijke lussen vind je hieronder

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *