Of je nu droomt van fietsen naar Santiago de Compostela of dat je denkt aan een week lang de rijn volgen richting Zwitserland, of een weekje fietsen in de bergen: alle fietsvakanties beginnen met een mooie droom. Laat het echter niet bij een idee, maar werk naar dat moment waarop je voor het eerst bepakt en bezakt op je fiets stapt. Als je op vakantie gaat met de fiets, dan is dat net even anders dan op een weekendje fietsen in de Ardennen. Een fietsvakantie is vrijheid, maar ook aanpassen en omgaan met de omstandigheden. If life deals you lemons, you just make lemonade. Deze tips zijn
1. Kleding
Regenkleding en laagjes is de code die je moet kraken. Zeker in het hooggebergte, boven 2000 meter, moet je er rekening mee houden dat het op de top een stuk frisser is dan in het dal. Daarnaast is het weer in de bergen onvoorspelbaar, dus terwijl het erop lijkt dat je snoeihard zal verbranden, kan achter de volgende bergkam een onweersbui hangen of soms zelfs sneeuw! En dat is echt geen sinecure. Als je gaat inpakken denk dan dus aan de volgende items:
- Mouw- en beenstukken. Die zijn makkelijk aan en uit te doen je kunt ze ook makkelijk even wegsteken onder je shirt.
- Regenjasje of -vest. Niet alleen tegen de regen, maar ook bijvoorbeeld in de afdaling van een hoge beklimming, is een jasje fijn. Je kunt er ook voor kiezen om een wind- en waterdicht vest mee te nemen. Dat ademt wat beter en zorgt ervoor dat je ook warmte makkelijker kwijt kan.
- Thermoshirts in lang en kort. Need we say more?
- Optioneel: overschoenen. Als het kneiterhard regent, dan zal geen enkele overschoen je echt droog houden, maar bij alles er tussen in kunnen overschoenen goed van pas komen.
Onze basispaklijst gaat jou in ieder geval goed op weg helpne
LEES OOK: Onze kledingtips voor de winter
2. Materiaal
Allereerst is het belangrijk dat je van te voren je fiets goed checkt of laat checken. Uiteraard kan dat bij jouw fietsenmaker (maak op tijd een afspraak, lees: twee weken van te voren), maar je kunt ook zelf een aantal checks uitvoeren.
- Ketting. Niets is vervelender dan fietsen met een versleten ketting. Je kunt doortrappen en het rijdt gewoon niet lekker. Met een simpele kettingchecker weet je of jouw chain aan vervanging toe is. Dikke tip: meestal is je cassette ook wel flink versleten. Check dat ook gelijk even, want anders trap je door.
- Bergverzet. Wij zijn zelf meerdere malen de mist ingegaan en kwamen met een 36 voor en een 28 achter aan in de Dolomieten. Als de weg boven de 10% komt, dan ben je echt niet gelukkig. Dan is het een lange lijdensweg en gaat jouw gedroomde trip in rook op.
- Zorg voor voldoende binnen- en ook buitenbandjes. De kans dat je in de bergen een fietsenmaker met voorraad tegenkomt op een zondag, dat is altijd een uitdaging. Neem ook altijd genoeg CO2 patronen en een pomp mee.
- Zorg dat je stuurlintje en de stuurdoppen goed zitten en check ook of je balhoofd niet los zit. Daarnaast is het checken van de remblokken en -schijven een must. Neem zeker bij velgremmen een extra setje blokjes mee. Je weet nooit hoe hard je ineens in de remmen gaat, als de weg continu 10% naar beneden gaat.
LEES MEER: Tandje erbij? Een uitleg over schakelen en schakelgroepen
3. Klim- en daaltechniek
Heb jij altijd alleen maar in Nederland op-en-af gefietst? Dan kan het zeker geen kwaad om een keer een klimclinic en een bochten/daalclinic te volgen. Waarom? De bergen zijn echt andere koek. Je moet bergop er rekening mee houden dat je zomaar meer dan een uur bezig kan zijn met klimmen. Zeker met de beklimmingen van de verschillende Alpenreuzen en Pyreneeencols, is het voor de gemiddelde amateur zomaar 1,5 tot 2 uur klimmen. Je rijdt bergop een stuk langzamer en de grootste cols zijn wel 30 of 40 kilometer lang. Klimmen is een vak apart. Wanneer schakel je op/af, draai je op de koffiemolen of ben je meer een stoemper. Dat leer je niet op de Amerongse Berg, daarvoor moet je het midden- en hooggebergte in.
Veilig afdalen
Ook bij het dalen. Als je hard een bocht door kunt rijden, good for you. Maar als je met 80 kilometer op een haarspeldbocht aankomt, dat is dat even andere koek. Je hebt verkeer, je hebt een afgrond, vermoeidheid speelt een rol. Een goede bochtentechniek komt dan van pas. Uiteraard is dat ook een kwestie van durf, maar techniek is net zo belangrijk.
Tip 1 van ons: remmen doe je voor de bocht, met beide remmen. In de bocht remmen is jezelf gegarandeerd lanceren. Je voorrem is bergaf het meest krachtig. Om goed te remmen kun je ook gedoseerd remmen.
TIP 2: boek een daalclinic bij een van de bekendere partijen, zoals bijvoorbeeld Amateurfietser.nl
4. Kies je eigen tempo
Op TV ziet het er zo makkelijk uit, als de professionals een berg op knallen. Het grote verschil met jou, de enthousiaste amateur, is training en gewenning. Profs fietsen elke dag, het hele jaar door. Natuurlijk hebben zij ook aanpassingsproblemen, maar over het algemeen kunnen zij gelijk gaan, zonder veel reserves. Dat geldt dus niet voor jou, als enthousiasteling. Het is beter om op de eerste dag van jouw fietsvakantie te wennen aan de omgeving. Als je een eigen fiets mee hebt, zet die dan in elkaar en rijd een rondje van een uur. Zeker als je boven 1500 meter hoogte zit, dan is het echt wennen aan de ijlere lucht. Maar ook als je op zeeniveau zit zoals op Mallorca, is een rondje ‘inrijden’ geen overbodige luxe.
Langer weg?
Ga jij een week lang op trainingskamp, maar fiets je normaal ongeveer 2 a 3 keer in de week? Zorg voor balans en plan in die week fietsvakantie ook een rustdag. Ook etappes van 5-6 uur op een dag, alle dagen lang, ga je wat minder fijn verduren. Dat lijkt leuk op papier, maar in de praktijk doe je meer schade dan dat je er beter van wordt.
Dat geldt ook voor de effort die je levert. Ga je meerdere klimmetjes rijden, rijd dan niet gelijk in het rood op de eerste beklimming. Dat gaat je anders later opbreken.
5. Voeding
Eten, eten en nog eens eten. Niets is belangrijker als je gaat fietsen. Houd er rekening mee dat je zeker bergop voldoende brandstof in de tank blijft stoppen. Zoals eerder al aangehaald: het kan zijn dat je meer dan een uur bergop aan het rijden bent. Als je dan niet blijft eten, dan ga je daar spijt van krijgen. Klimmen is bijna automatisch op een hogere hartslag dan rijden op het vlakke. De man met de hamer, het bekende fenomeen dat je helemaal leeg bent, ligt op de loer en als je niet genoeg eet, dan kun je die zelfs in de afdaling nog tegenkomen. Daarom: blijf genoeg koolhydraten tot je nemen. Zorg dat je in het begin van de dag vooral vast voedsel eet. De gelletjes, als je daar van bent, moet je echt tot het einde bewaren.
Zorg ook dat je op vakantie niet ineens heel rare dingen gaat eten, die je anders niet eet. Voor je het weet slaat je maag op hol en zit je dichterbij de pot dan bij de top. Het is maar een tip.
Bonustip: ENJOY
Zolang je er niet voor betaald wordt, is plezier het allerbelangrijkste op jouw vakantie. Plezier kan natuurlijk komen uit het behalen van een KOM of door jouw reisgenoot of reisgenoten te kloppen in de sprint bergop. Maar zorg vooral dat je het naar je zin hebt. En bovenal: blijf veilig. In de afdaling is er genoeg verkeer dat je in de weg kan zitten en ook de stuurmanskunsten van jezelf en andere weggebruikers kunnen tot problemen leiden.