De kerk in het dorpje Val d’Illiez slaat ieder uur. Eigenlijk zoals elke kerk in de wereld. Toch is er hier iets anders. Deze kerk in de regio Dents du Midi in Valais is een gebouw dat zo in een plakboek over Zwitserland kan. Aan de ene zijde loopt de weg tussen Monthey en Champéry. Aan de andere kant de spoorlijn (ook van Monthey naar Champéry) en daarnaast de vallei. Als achtergrond de prachtige Alpentoppen, de Dents du midi. Als de kerkklokken niet luiden hoor je enkel het geluid van de Zwitserse koeienbellen. Het woord idyllisch is hier misschien wel uitgevonden. Net als het feit dat het landschap haast overweldigend is. Je ervaart echt de schoonheid van de pure natuur. Fietsen in Region Dents du Midi. Waarom dit jouw volgende fietsavontuur moet zijn, lees je hieronder.

De Tour komt

Als we met de auto richting de Peanut Lodge (ons hotel) rijden in Val d’Illiez, valt ons gelijk wat op. Komende maand juli (2022) komt de Tour naar de regio. De klim naar Morgins is de een na laatste horde op weg naar de finish in Chatel, net over de grens in Frankrijk. Dat de regio de Tour serieus neemt, blijkt wel uit het spandoek aan het begin van de klim in Monthey. Hier start een strava challenge, helemaal tot op de top in Morgins. Ook in Monthey zijn er meerdere gele items te vinden. De tour komt en iedereen mag dat weten.

Bij Steve Morabito in de tuin

Voormalig Zwitsers kampioen. Eerste adjudant van Thibaut Pinot bij Francaise des Jeux en Cadel Evans bij BMC. Tegenwoordig met zijn bedrijf actief als ambassadeur van het fietsen in Valais en als consultant voor fietstoerisme en fietsraces. De naam Steve Morabito is overal bekend in Valais (en Zwitserland). Morabito was als professional een hele goede klimmer. Dat hij geboren is in Monthey, aan de poort van de Dents du Midi heeft daar waarschijnlijk bij geholpen. In zijn achtertuin is het geweldig spelen, met prachtige, maar ook pijnlijke beklimmingen. De stempel van Morabito is goed zichtbaar, want overal vind je de signalering van Velo Valais. Zo zie je gelijk de steilheid en lengte van (een deel van) een klim en weet je waar je fietst. Alles om het fietsen te stimuleren.

Into the woods

De route die wij rijden door de regio begint in Val d’Iliez, maar is in principe een ronde langs een aantal hoogtepunten. Je kunt de route vanuit verschillende punten starten, o.a. Champéry of Monthey. Omdat we de grens met Frankrijk op gaan zoeken, via de Pas de Morgins begint de route met een snelle, overzichtelijke afdaling. Het dal is aan de rechterkant en je kunt lekker makkelijk sturen. We moeten wel vol in de ankers om de afslag naar Morgins niet te missen. In tegenstelling tot het tourpeloton rijden wij de klim eerst via een sluiproute. Een wat smaller, goed beboste route die toepasselijk Route Forestière heet. De bosweg dus. De klim is vrij steil, met een gemiddelde eerste gedeelte van bijna negen procent. Na de korte afdaling is het een flinke schok voor je hele systeem.

Over de grens

De tourprofs vatten de klim aan vanuit Monthey. Over een nieuwe asfaltweg rijden ze omhoog naar het skidorp Morgins. Wij komen net over de helft op dezelfde klim uit, die we later ook weer afdalen. Het steilste deel is dan al achter de rug. Nu is het vooral een brede weg, die via een rotonde door het dorpje richting Frankrijk trekt. Ongeveer 500 meter voor de top hangt er weer een spandoek over de weg. Dit is het einde van het klimsegment vanuit Monthey. Daarna is het min of meer vlak tot aan de echte top. Die ligt op de grens met Frankrijk, met de Haute Savoie. Het uitzicht is er prachtig, zowel naar de Zwitserse als Franse kant. De klim aan Franse zijde is een stuk vriendelijker qua stijging. Je kunt ook de combi maken door een klimmetje naar de Col de Bassachaux toe te voegen. Een mooie variatie.

Nieuw asfalt

De afdaling terug naar Morgins en verder naar Monthey is er eentje voor de fijnproevers. De klim is lang, de weg is als een biljartlaken zo strak en het is een zaak van handen in de beugels en gaan! Het eerste deel van de afdaling is relatief recht en hoe dichter bij Monthey, hoe technischer en bochtiger het wordt. Genoeg ruimte dus voor mooie content, maar vooral ook voor een heerlijk gevoel van snelheid en controle. Het is wel oppassen geblazen voor het verkeer, zeker als je bijna in de stad bent. Maar als afdaling mag deze er zijn. Als klim is ie ruim 16 kilometer met een stijging van gemiddeld bijna zes procent. Het verschil zal worden gemaakt in het begin, met lange zwaardere stukken tot aan tien procent stijging. Na een zware dag in de aanpalende Alpes Vaudoises zal het smullen worden hier.

Door de vallei

Nadat we Monthey doorkruist hebben moeten we een stukje vallei overbruggen. Het is niet het meest inspirerende stuk, langs lokale industrie en akkerbouw. De verschillende bergen die dit stuk van het Rhônedal flankeren zijn wel imposant. De Grand Muveran, de Grand Chalard en de Dent du Salantin waken over je. Denkbeeldig zwaaien we naar vriend van de show Alain Rumpf in het nabijgelegen Gryon. Helaas lukte het niet om een rit samen te maken, maar aan hem hebben we wel deze prachtige route te danken.

Lang en steil

Bij het station van Massongex laveren we tussen de auto’s door die wachten voor de spoorwegovergang. Het is warm, ook wel bloedheet te noemen en het lijkt erop dat we nu lekker weer het bos in draaien. Alhoewel: lekker is niet het goede woord. De beklimming van Les Giettes via Verossaz is een brutaal monster dat de eerste drie kilometer van zich af bijt. Mijn fiets plakt haast vast aan het asfalt en dat heeft weinig met de hitte te maken. Mijn Wahoo laat voor enkele kilometers dubbele cijfers zien voor het stijgingspercentage. Hij piekt op 13,5 procent. De steilste kilometer is 11,5 procent gemiddeld. We slingeren omhoog en de weg wordt zo nu en dan goed afgeschermd van de brandende zon. Het fonteintje halverwege is een perfect stoppunt om even bij te komen en water bij te vullen. Dat is ook wel nodig.

The gift that keeps on giving

Deze klim heeft alles in zich wat een sloper graag in zijn toolbox wil hebben. Het is ’the gift that keeps on giving’. Ruim twaalf kilometer lang houdt deze je aan de praat. Het moet gezegd worden: de uitzichten op een heldere dag zijn waanzinnige. Het Lac Leman, Montreux en, met een beetje fantasie, Lausanne zijn in zicht. Ongehoord. Als we bijna bij de top zijn krijgen we nog een soort toetje. Ruim een kilometer door een bosachtige strook. De klim lijkt in het niemandsland te eindigen. Een onverwachte uitdaging dit, maar wel eentje van bijzondere schoonheid. Dit is met recht een ‘Dent du Midi’.

Korte afdaling – weer omhoog

Na een snelle, technische afdaling van zes kilometer die aan het eind vrij smal en door de bewoonde wereld gaat, draaien we plotseling linksaf. Het is een uit de kluiten gewassen voetpad, dat als weg door moet gaan. Deze sluiproute hadden we zelf nooit gevonden. Het blijkt het begin van een mooie laatste 20 kilometer. De weg slingert langs de bergwand en biedt keer op keer uitzicht over het dal richting Troistorrents, Val d’Illiez en Champéry. Als de weg richting het zuiden draait ontwaar je gelijk de prachtige Dents du Midi in de achtergrond. Dit is prachtig.

Harken naar boven

Wat minder prachtig is: het stijgingspercentage van sommige stukken op deze klim. Niet zelden komt er tien procent op de teller. Het wegdek is ook niet overal even goed. Dat maakt deze route wel degelijk zwaar. Op mijn computer tel ik de kilometers af naar de afdaling. De waterval aan de linkerkant zorgt voor wat verkoeling en de bomen beschermen ook hier meestentijds tegen de felle zon. Wat dat betreft is het een fijne route. Net voor Champéry en net voor de klok van twee uur in de middag schuiven we aan voor de lunch bij een klassiek Zwitsers bergrestaurantje. In Cantine des Rives serveren ze stevige maaltijden voor outdoorsporters. De raclette en fondue laten we links liggen, maar de grote salade en gegratineerde pasta gaan er zeker goed in. Vanaf nu is het ook alleen nog afdalen. Fijn met een volle buik!

Terug naar start

Met de lunch achter de kiezen gaan we de afdaling in. Ineens knalt de weg steil naar beneden. Het wegdek is hier vrij slecht en ineens zit er ook een soort mini drempel in. Hier is het devies: handjes vast. Als je de controle goed houdt, dan is het echt een racebaan. We draaien langs het ‘Grand Paradis’ in Champéry en vervolgen de laatste kilometers naar huis. Het lijkt allemaal in een rechte lijn naar beneden, maar in Champéry loopt het nog een paar honderd meter venijnig omhoog. Het zuur zit goed in de benen. Gelukkig zijn de laatste drie kilometer echt dalend en met een voldaan gevoel sturen we de fietsen het terras op bij ons hotel. Wat een schitterende dag weer, hier in Valais. Helaas is het de laatste! Fietsen in Region Dents du Midi is een waar genot.

Fietsen in Region Dents Du Midi – Route

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *