In Italië heb je vele regio’s met mooie beklimmingen. Uiteraard kent iedereen de glooiende heuvels van Toscane en voor de gelouterde fietser kennen ook de Dolomieten weinig geheimen. Om over de Stelvio, Mortirolo en Gavia nog maar te zwijgen. De regio Piemonte wordt nog wel eens ondergesneeuwd in alle verhalen. Soms letterlijk, maar meestal figuurlijk. Dorpen als Sestriere en Bardonecchia geven meer herkenning bij skifans dan bij wielrenners. Toch is de Piëmont (zoals we het in Nederland zeggen) een regio waar je eigenlijk een keer geweest moet zijn. Het is er relatief rustig met fietsers. Wellicht omdat de uitdagingen die je voorgeschoteld krijgt vrij taai zijn. Vraag Steven Kruijswijk nog maar eens naar Piemonte en hij zal een pijnlijke grimas vertonen. Wij zochten de 5 beklimmingen met het grootste hoogteverschil in Piemonte. Kijk mee en geniet.
1. Colle del Nivolet
Dit is een absolute klassieker. Vanuit Courgnè ben je in totaal 56 kilometer aan het klimmen en in die kilometers overbrug je in totaal 2320 hoogtemeters. Als je eenmaal boven bent, dan ben je boven de 2600 meter, 2612 om precies te zien. De klim is schitterend, met veel haarspeldbochten die voor fotogenieke momenten zorgen. Het eerste deel van de klim gaat door het Valle dell’Orco en is eigenlijk meer vals plat dan een echte beklimming. Bij het kleine kerkje van Madonna del Caravaggio begint het echt werk. Onderschat deze klim niet want er zitten lange stukken boven de 9% in. Een voordeel: het maximum is ‘slechts’ 12%. Het is dus geen pijniging, maar je ben wel even onderweg.
2. Colle del Fauniera
Even ten westen van het plaatsje Cuneo, waar ene Fausto Coppi op handen gedragen wordt en waar je elk jaar de GF Fausto Coppi kan rijden, vind je de Colle Del Fauniera. Deze is kwa lengte een stukje korter dan de Nivolet, maar kwa uitdaging gaat deze absoluut pijn doen. Want als je in 31 kilometer 1849 hoogtemeters overbrugt, dan praat je wel over een taai, lange klim. Je kunt de Fauniera, die een top heeft op net geen 2500 meter, van drie kanten beklimmen, maar de beklimming vanuit Valgrana is de langste en uiteindelijk ook de lastigste. Wat deze beklimming extra speciaal maakt is het kleine monument dat voor de ‘piraat’ is opgericht. Marco Pantani vestigde zijn naam hier, op de flanken van de Fauniera in de Giro d’Italia van 1999. Als je omhoog rijdt via de zuidelijke variant, dan is dit wel even het stoppen waard.
3. Colle delle Finestre
Terwijl de pijnlijke noordkant van deze beklimming, vanuit Susa, ‘slechts 1700’ hoogtemeters overbrugt, zijn de andere twee varianten een stuk vriendelijker van aard. Je overbrugt dan in 49 kilometer een hoogte van 1824 meter, maar dat doe je dus aan 3,5% gemiddeld. De noordkant is een pijniging van 18 kilometer waarbij je aan een bijna continue stijging boven de 9% zit. dat is een soort dubbele Giau en die is al niet te genieten. Volgens velen is die variant ook een van de zwaarste beklimmingen in Italië.
Toetje is het laatste stuk onverhard wat je tegenkomt. Het is een schitterend monster, waarbij je uiteindeljk op 2149 meter de top vindt. Boven de bomen en met een schitterend uitzicht.
Colle delle Finestre (c) Rennradler.it
4. Colle dell’Agnello
Hoe vaak zou Steven Kruijswijk nog wakker worden, badend in het zweet en balend van zichzelf. Na de beklimming van de Italiaanse Agnello, volgde de afdaling naar Frankrijk. De Haai van Messina (Vicenzo Nibali) zette hem onder druk en tussen de witte sneeuwmuren in Frankrijk bezweek ‘Kuifje’. De klap was immens en sindsdien zullen velen nog weten waar de Colle dell’Agnello ligt. De top van deze tweelanden klim ligt even ten zuidwesten van Pinerolo. Vanuit het dorp Sampeyre overbrug je ruim 1800 hoogtemeters in 31,6 kilometer. Dat is geen kattenpis. Dan moet je ook nog even incalculeren dat de steilste kilometers tot het laatst worden bewaard. Als je nog 9 kilometer te gaan hebt, dan komt de teller eigenlijk niet meer onder de 10% en kilometerslang rijd je aan 10,5% en steiler. Logisch dat ook de profs even moesten uitpuffen in de afdaling. Een schitterende nummer 4 in deze lijst.
(c) Adobe Stock
5. Colle Esischie
De buurman van de Colle del Fauniera is de Colle Esischie. Deze zeer onbekende klim overbrugt in totaal 1736 hoogtemeters en is daarmee de nummer vijf in onze lijst. Deze vertrekt ook vanuit Valgrana, maar je pakt net even een andere route. Uiteindelijk om je wel op 2368 meter hoogte uit. Ook hier zit het venijn weer in de staart, dus spaar je benen aan het begin. Vaak wordt deze col ook samen met de Fauniera gereden. Samen met de Fauniera, de Colle della Bandia en Colle di Valcavera vormt de Esische de Colle di Cuneo.