Als je op zoek wilt naar mooie beklimmingen of unieke routes, hierbij dan een leuke uitdaging: pak eens de kart van Europa en kijk waar je de grens over kunt rijden tussen 2 landen of soms wel 3 tot 4 landen in een route. Mooie voorbeelden daarvan zijn de Colle D’Agnello, die Steven Kruijswijk nooit zal vergeten, de Col du Grand Saint Bernard, drie landen punten in de Benelux, maar ook de befaamde Brennerpas, to name a few. Op de grens tussen Italië en Zwitserland, om precies te zijn tussen Lombardijen en Ticino liggen een paar mooie uitdagingen op jou te wachten. Vandaag beklimmen we Alpe di Neggia: een verborgen parel in Ticino. Bereid je voor op prachtige uitzichten over het Lago Maggiore, haarspeldbochten om je vingers bij af te likken en een afdaling die alle aandacht en waarschijnlijk ook nieuwe remblokken vraagt. Lees je weer mee?
Voorpret
Als ik een plannetje maak om tijdens mijn vakantie in Italië te gaan fietsen, staat de Alpe di Neggia hoog op de lijst. Via mijn bevriende gids Alain Rumpf heb ik de klim al eens voorbij zien komen. Hij reed echter de variant vanuit Ticino omhoog. Gezien mijn locatie, in de buurt van Cuveglio, Varese, is de andere kant van de beklimming mijn deel. Terwijl ik vlug de hoogteprofielen erbij pak, krijg ik gelijk zin om er een ‘big ride’ van te maken. Vanuit Cuveglio, over de pas richting Zwitserland en dan afdalen richting Ascona-Locarno. Vervolgens langs de rand van het lago Maggiore naar Verbania. Toch weer op zoek naar de ziel van Ganna. Filippo dit keer.
Een toffe ontmoeting
Social media heet niet voor niets ‘social’ media. Ja, er zijn vele nadelen aan Instagram, Facebook, TikTok enzovoorts. De technieken die deze platformen gebruiken om jou als gebruiker te vinden zijn soms te lelijk voor woorden. Toch kun je je voordeel er mee doen. In de Corona periode ben ik zelf actiever met insta aan de slag gegaan en heb toch wel wat contacten opgedaan. Gemene deler? De liefde voor de fiets. Een van die contacten is David, die op insta als Dobos1975 actief is. Davide is sinds 2020 actief gaan fietsen en is helemaal verslingerd geraakt aan het fietsvirus. We raken via de chat aan de praat. Als ik een vakantiekiekje plaats en een ritje log op Strava, krijg ik een berichtje van m. Of ik zin heb om samen een ritje te doen. Hij woont slechts een uurtje van Cuveglio. Supertof natuurlijk en we maken plannen voor een gezamenlijke rit.
Old school
Ik ben zelf heel open en ontmoet graag nieuwe mensen. Toch vind ik het concept ‘we zijn vrienden op Instagram’ nog ingewikkeld. Want hoe goed ken je iemand die je alleen ziet of ‘spreekt’ via een scherm? Hoe is zo iemand in t echt? Is het schone schijn? Je weet het niet. Als ik uiteindelijk op zaterdagochtend om 07:00 bij t café kom aangereden, volgt een hartelijke ontmoeting. Wat blijkt: David en ik kunnen het heel goed met elkaar vinden. Uiteraard drinken we eerst een echte ‘caffè’ en met mijn kennis van de Italiaanse taal ontstaat er gelijk een goeie band.
Nadat mijn reisgenoot zijn fiets heeft gepakt en ready to go is, rollen we in noordelijke richting. Het Lago Maggiore is onze eerste richtpunt. Vanwege het vroege tijdstip zijn er nog weinig automobilisten, laat staan fietsers. De temperatuur is nog aangenaam, hoewel ’t hartje zomer is. We hebben goede gesprekken. David vertelt over zijn introductie met wielrennen, dat hij gek is van de cijfertjes en Strava zijn tweede thuis. Hoe het bedwingen van cols een mooie uitdaging vormt in zijn leven als vrijgezel. Een andere benadering dan ik, maar supertof om te horen. Hij fietst pas twee jaar maar heeft een goede basis door hardlopen en andere duursport. Heel mooi.
Over dorpsweggetjes en langs de waterkant
Onze eerste 20 kilometer voeren ons door kleine dorpjes en over b-wegen. Het asfalt is grotendeels goed, de weg is glooiend en we worden een beetje uit de zon gehouden door de bomen en de bebouwing. In dorpjes als Cantevria en Cassano Valcuvia zitten oude mannen op stoeltjes te wachten hoe de dag zich zal ontvouwen. Ze schrikken haast van de vriendelijke ‘Buongiorno of Ciao’. Soms ruik je al de geur van de ‘ragú’. In gedachten zie ik een ‘nonna’ die met een grote houten lepel in een pan staat te roeren. Alles op gevoel en ervaring, inclusief de kruiden, dosering en de kooktijd. Wanneer kunnen we aanschuiven?
Na een kilometer of 20, als we het dorpje Luino bereiken, zien we het prachtige helderblauwe water van het Lago Maggiore, een van de drie grote meren in Italië. We volgen de vorm van het meer in noordelijke richting, tot aan de voet van de klim. Ook nu is het opvallend rustig op de wegen. We rijden nog mooi beschut door de bomen en de tunnels. Af en toe komt er een verhitte Italiaan voorbij razen maar als je goed achter elkaar rijdt, is dat geen probleem. Ingecalculeerd, dat verhitte gedrag.
Ik hou van Holland
We rijden langs Villagio Olandese, het ‘Hollandse dorp’, een plek die je volgens mij wilt vermijden. Ik zag t op de kaart en kon mijn ogen niet geloven. Wat blijkt: ergens in de jaren 60-70 is een Nederlandse stichting begonnen met de aanleg van vakantiewoningen. Het is een kopie van een Center Parcs uit die tijd. Typische Hollandse vakantiewoningen, maar wel op een steenworp van de Italiaanse/Zwitserse grens. Geen Panini Luigi hier, maar of er stamppot op het menu van t restaurantje staat, durf ik niet te beloven. Toch bijzonder om deze Hollandse expansiedrift ook weer in Italië tegen te komen.
De top, maar niet de grens
Alpe di Neggia is een waanzinnige klim. Wat opvallend is: de klim is een soort twee-traps raket die een eerste trap in Italië heeft maar waarbij de top ruim over de grens in Zwitserland ligt. Dat zie je niet vaak bij dit soort ‘grensgevalletjes’. Meestal is de top gelijk aan de landsgrens. Logisch ook, qua historie en qua verdedigingslinie. Makkelijker ook qua controle, maar blijkbaar had Zwitserland last van dadendrang, of is er een andere reden dat de top niet de grens is. Who knows. We draaien in Maccagno rechtsaf en gelijk worden we verwend met de kenmerkende korte stukjes met haarspeldbochten die je veel in Italië ziet.
Wie ooit de Civiglio heeft gereden zal dit zeker herkennen. Het is relatief smal en door de korte stukjes maak je snel hoogte. Dat betekent ook al snel mooie uitzichten over een stukje vallei met het meer als achtergrond. Schitterend. We rijden nu af en toe wat in de zon, maar het vroege tijdstip helpt ons. De warmte is nog te verdragen. Soepeltjes komen we hoger en hoger en onderweg doorkruisen we kleine dorpjes waar de kerk en het café nog het middelpunt vormen.
Bouwwerken
Net voor de grens met Zwitserland op een tussenstukje met afdaling moeten we vol in de remmen. Een grote vrachtwagen blokkeert de doorgang. De graafmachine die zijn laadbak vult draait soepeltjes geen en weer. We maken oogcontact met de vrachtwagen chauffeur en het internationale gebaar voor ‘ik kan er niets aan doen, het is wat het is’ brengt een lach op ons gezicht. Aan de andere kant van de vrachtwagen wacht een groepje oudere dames ook tot zij verder kunnen. Zij halen hun schouders op. Het is wat het is.
Als de vrachtwagen beladen is en de weg vrij heeft gemaakt kunnen wij weer verder omhoog. Al snel hebben we het ritme weer te pakken en passeren we het verlaten douane kantoor. De Dogana is hier niet meer actief. We passeren ook de landsgrens en geloof het of niet maar we zien gelijk een postbus die zijn weg omhoog maakt. Typisch Zwitserland waar elke uithoek door een buslijn wordt bediend.
Dit stuk van de klim is ook het meest uitdagend. Dubbele cijfers qua hellingspercentage, maar nog immer mooie haarspeldbochten. Langs de kant vinden we typische Zwitserse alpenwoningen, waar de Dokummer Vlaggen Centrale ook goed aan heeft verdiend. Zwitsers zijn een trots volk, blijkt maar weer.
Blown away
We naderen de top en David heeft het zichtbaar lastig. Hij is nog geen enorm ervaren klimmer. Zoeken naar de verdeling van zijn krachten, dat is wel een uitdaging. Ik moedig hem aan om nog even door te zetten. De top lonkt en op de top wacht een prachtig uitzicht over het Lago Maggiore en de stad Ascona. Adembenemend. Dat is het zeker en we zijn allebei onder de indruk. Blown Away; maar ook letterlijk want er staat een hele forse wind. We maken een toilet stop (handig ook voor de vrouwelijke lezers: er is hier een zeer schoon openbaar toilet, met een apart dames en herentoilet!) Ik trek m’n Busti regenjas even aan. De wind is namelijk echt fris!
Attenzione! Attenzione!
We stappen weer op de fiets en beginnen aan de afdaling. Wat voor een afdaling ook: net als de beklimming heeft deze korte stukken rechtdoor met de ene na de andere (blinde) haarspeldbocht. Het is echt opletten omdat er best wat verkeer omhoog gaat en de wegen hier smal zijn. Veel tijd om van t uitzicht en de bochten te genieten is hier niet. We nemen ook niet de tijd om te stoppen voor foto’s. Vandaag rollen we door.
Het tweede deel van de afdaling is iets minder steil en daardoor meer ontspannen dan het eerste gedeelte. Als je even opkijkt zie je het prachtige meer en de stad liggen. Let wel op: de laatste 1,5-2 kilometer rij je in de bewoonde wereld en heb je veel verkeer! Het is levensgevaarlijk om hier als een blinde naar beneden te duiken. Zelfs met de ogen open kunnen we een aanrijding maar net voorkomen
Langs het meer door de stad
Ascona-Locarno had zo maar een stad in Italië kunnen zijn. Een schitterende boulevard, klassieke huizen, you name it. Puntje: het ligt in Zwitserland, zei t in t Italiaans- sprekende kanton Ticino of Tessin. Het is een pareltje, dat moet gezegd. Wij rijden dwars door de stad, over mooie fietspaden die soms abrupt ophouden. Dat schort er nog aan in zowel Italië als Zwitserland. De fietsinfrastructuur is vaak ondergeschikt aan de auto. Met bushokjes, palen en soms abrupte eindes van de paden tot gevolg.
Ons doel is om Ascona te doorkruisen en dan de rand van het meer te volgen, terug naar Canobbio in Italië. Als we de stad achter ons laten rijden we over de grotere, doorgaande weg. Er is voldoende ruimte om te fietsen, maar er is ook wel veel verkeer. We rijden nu vooral achter elkaar, wat jammer is maar niet onoverkomelijk. Inmiddels zijn we ook ruim over de helft van onze rit. Als we even langs elkaar rijden is er een knikje van begrip: zodra we in Italië zijn stoppen we voor koffie. Niet alleen goedkoper, maar het zou een doodzonde zijn om koffie in Zwitserland te gaan halen.
Terug in Italie: Op naar Ganna
In Canobbio stoppen we eigenlijk bij t eerste café dat we zien. We laten ons de koffie en t ijsje smaken. Met zijn glutenallergie moet David nog even zoeken naar goede opties maar ook hij kan z’n hart ophalen. We praten nog verder, over mooie zaken als familie, werk, het leven. Je kent het wel.Helemaal bijgetankt stappen we weer op de fiets. Ik ben blij met m’n Etxeondo setje vandaag. De combi van mijn Alde shirt en de Orhi broek, is perfect. Heerlijk licht en luchtig, precies goed voor dit warme weer. David rijdt nog met een bandana (vooruit, hij is een Italiaan en Pantani….) om z’n kale hoofd te beschermen. In de zomer een dunne, in de winter een warme cap. Prima zo!
Als we weer ons ritme te pakken hebben, worden we bijgehaald door een groepje fanatieke mannen, die er een tempootje hoger in hebben zitten. Aan de kleding te zien komen ze ook uit de buurt van Cuveglio. ‘Team Peruffo’ prijkt op de billen van een bruin verbande Italiaan. Peruffo is de snoepwinkel voor fietsliefhebbers in de regio. De zaak puilt uit van de pinarello’s, de BMC’s en Bianchi’s. Daar moet je toch wel jouw droomfiets kunnen vinden.
De mannen van team Peruffo nemen ons op sleeptouw. We draaien mee en dat helpt ons ook in een mooi tempo richting Verbania.Daar stond niet alleen de wieg van Filippo Ganna, maar daar vertrekt ook de boot naar Laveno. Zo kunnen we onze ronde compleet maken, zonder het hele meer rond te fietsen.
Verbania
Verbania is een atypische havenstad. Het draait allemaal om de veerbootjes van en naar de Isole Borrommee, waar toeristen dag-in-dag-uit met massa’s tegelijk aan land gaan. Iemand omschreef de aanblik als die van Normandische stranden in 1944. Wel zonder het vuurgeweld en de vele slachtoffers, maar het beeld van de vele bootjes en hordes mensen zeggen genoeg. Vanuit Verbania vertrekken ook de andere veerdiensten naar de verschillende hoeken van het Meer. Wij hoeven enkel de rechte oversteek te maken en die duurt slechts 20minuten. Een kaartje met de fiets is net geen €5 en er is plek zat. Elke 30minuten gaat de boot, dus de kans dat je lang moet wachten is vrij klein. Moet je toch wachten? Maak dan even een stop in de stad voor een drankje of een ijsje op het plein of langs de boulevard. You won’t be disappointed.
De laatste kilometers
Eenmaal in Laveno aangekomen restten ons nog 10 kilometers naar de start van onze rit. We komen langs Cittiglio, de plek waar Binda wordt vereerd met een rotonde. Komoot heeft ons daarvoor nog getrakteerd op wat extra hoogtemeters. Dank daarvoor, maar dat had niet gehoeven. We rollen terug naar startpunt Cuveglio. De zon is inmiddels hoog aan de hemel en we zijn blij dat we aan de welverdiende koude cola kunnen. Wat een heerlijke rit en wat fijn om dat eigenlijk met een onbekende te doen.
Route en tips
De route die we reden vindje in ons Komoot account en hieronder. Daarbij nog een aantal handige tips:
- Als je een leuke plek wilt om te starten en eindigen: Molinari en West in Cuveglio. Het lekkerste ijs en goede koffie. Houdt er wel rekening mee dat ze ’s middags even dicht zijn, tussen 12 en 15.
- Peruffo is jouw plek voor mooie fietsspullen. Als er nog iets mankeert helpen zij je vast en zeker verder.
- Bovenop Alpe di Neggia is een bike tool station. Superhandig, ook als je nog even wat moet vast draaien.
- Vertrek vroeg in de ochtend, want zeker in de zomer kan het heel snel warm worden.
- Vergeet geen laagjes/regenjacks mee te nemen. Je rijdt toch in de bergen en het weer kan plotsklaps omslaan. We hadden nu aan een Alde shirt, een Orhi fietsbroek en een Busti jack genoeg, maar armwarmers zijn zeker ook aan te raden op wat frissere dagen
- Eenmaal in Ascona Locarno is het wat laveren. Volg de bordjes richting Italië en je bent er snel doorheen. Tenzij je graag een stop maakt voor lunch, dan is Osteria Ascona of Osteria Nostrana een insider tip. Let wel op: Zwitserse prijzen 😉
- De boot tussen Verbania en Laveno vaart iedere 30 minuten. Kijk voor info, timetables en tickets op de site